Met dit geld kunnen scholen bijvoorbeeld extra mensen aannemen die werk bij leraren weghalen, zoals vakleerkrachten voor gym of handvaardigheid, onderwijsassistenten en conciërges. Zo kunnen leraren zich beter richten op hun kerntaak: lesgeven.
Minister Slob: “Het is goed om leraren te ontlasten. Als een school bijvoorbeeld een gymdocent aanstelt, krijgt een groepsleerkracht 2,5 uur in de week extra tijd erbij. Zo kunnen scholen het geld heel gericht inzetten om de werkdruk te verlichten.”
Een jaar geleden hebben vakbonden, PO-raad en het kabinet het werkdrukakkoord afgesloten. De sector heeft zelf plannen gemaakt om de werkdruk terug te dringen en het kabinet heeft daarvoor geld beschikbaar gesteld. Dit schooljaar ging het om 237 miljoen euro.
Scholen hebben daar positief op gereageerd, al blijft de hoge werkdruk in het primair onderwijs een voortdurende zorg. Mede om die reden heeft onder meer CNV Onderwijs erop aangedrongen meer geld eerder beschikbaar te stellen. Aan die oproep heeft het kabinet gehoor gegeven: schooljaar 2019-2020 komt 333 miljoen euro beschikbaar. Schooljaar 2018-2019 kreeg een school van gemiddelde grootte 35.000 euro om werkdruk tegen te gaan. Komend schooljaar komt daar 15.000 euro extra bij.
Schoolteams bepalen zelf waar het geld aan wordt besteed. De personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad moet met de gekozen oplossing instemmen. Het is daarom belangrijk dat teams nu alvast met elkaar in gesprek gaan over waar hun school het geld volgend jaar aan uitgeeft.