Handboeken
Sinds de crash van vlucht MH17 is het onderwerp opgenomen in de internationaal geldende standaarden en aanbevolen werkwijzen van luchtvaartorganisaties als ICAO en IATA. Er zijn handboeken gepubliceerd, die specifiek aandacht besteden aan het overvliegen van conflictgebieden. Ook is er meer en vaak betere informatie beschikbaar over conflictgebieden, die staten en luchtvaartmaatschappijen mee kunnen nemen in hun risicobeoordeling.
MH17
Het overvliegen van conflictgebieden is wereldwijd een actueel risico. Op 17 juli 2014 werd de crash van vlucht MH17 veroorzaakt door de ontploffing van een 9N314M-raketkop, afgevuurd vanaf een Buk-raketsysteem vanuit het oostelijk deel van Oekraïne. De Onderzoeksraad voor Veiligheid heeft zowel onderzoek gedaan naar de oorzaak van de crash als naar de vraag waarom het toestel over een conflictgebied vloog.
Elf aanbevelingen
In zijn eindrapport heeft de Onderzoeksraad in oktober 2015 elf aanbevelingen gedaan om de risico’s wereldwijd zo goed mogelijk te beheersen. In het vandaag gepubliceerde onderzoek gaat de Raad in op de vraag welke veranderingen de betrokken partijen hebben doorgevoerd sinds de crash van vlucht MH17. Het opvolgingsonderzoek gaat niet in op de oorzaak en omstandigheden van de crash zelf.
Veiligheid luchtvaart
Het onderzoek laat zien dat er diverse maatregelen zijn genomen. Het effect hiervan op de veiligheid in de luchtvaart is moeilijk meetbaar. Wel heeft het onderwerp de aandacht van zowel luchtvaartmaatschappijen als staten, zij gaan bewuster om met de problematiek. Partijen gaan er niet meer op voorhand vanuit dat een opengesteld luchtruim boven een conflictgebied ook veilig is.
Analyse risico's
Luchtvaartmaatschappijen analyseren op meer gestructureerde wijze de risico’s en onzekerheden, waarbij eerder tot een hogere inschaling van de risico’s wordt gekomen. Sommige luchtvaartmaatschappijen geven aan eerder te besluiten om niet over een bepaald gebied te vliegen als daar geen duidelijke informatie over beschikbaar is.
Informatie over conflictgebieden
Tevens zijn er vorderingen gemaakt met het delen van dreigingsinformatie. Zo organiseert de Europese Commissie bijeenkomsten met vertegenwoordigers van de EU-lidstaten en relevante EU-instellingen om op basis van gebundelde inlichtingeninformatie te analyseren welke risico’s er zijn bij het overvliegen van bepaalde gebieden.
‘Conflict Zone Information Bulletin’
De tijdens dat overleg als ‘hoog’ geclassificeerde risicogebieden, worden opgenomen in een door EASA gepubliceerd ‘Conflict Zone Information Bulletin’ die wereldwijd toegankelijk zijn voor luchtvaartmaatschappijen en passagiers. Door middel van ‘Rapid Alerts’ kan op een snelle manier informatie gedeeld worden over plotseling escalerende situaties. De EU-landen werken op deze manier samen om wereldwijd de risico’s inzichtelijker te maken.
Niet-openbare dreigingsinformatie
In Nederland is een speciaal convenant opgesteld voor de uitwisseling van dreigingsinformatie tussen de Nederlandse overheid en Nederlandse luchtvaartmaatschappijen. Er zijn bijeenkomsten voor het bespreken van niet-openbare dreigingsinformatie. Hierdoor is een netwerk is ontstaan zodat ook in het geval van acute gevallen snel informatie kan worden uitgewisseld. Verder kunnen de Nederlandse luchtvaartmaatschappijen met specifieke vragen terecht bij een hiervoor ingericht loket van de Nederlandse inlichtingendiensten.