Energieakkoord
In 2020 zal de productiecapaciteit van 6.000 Megawatt (MW) – zoals afgesproken in het Energieakkoord – nog niet volledig worden gehaald. Daarentegen groeit de projectcapaciteit van de geplande windparken na 2020 naar bijna 6.900 MW.
9 miljoen huishoudens
De projectcapaciteit van de windparken op land van bijna 6.900 MW is vergelijkbaar met het verbruik van circa negen miljoen huishoudens. Ondanks dat toegenomen vermogen maken sommige partijen in het Energieakkoord zich zorgen dat in 2020 de productiecapaciteit van 6.000 MW nog niet volledig gehaald wordt. In zijn brief aan de Tweede Kamer schrijft Minister Wiebes dat hij die zorgen deelt.
Ed Nijpels
Evengoed blijven de partijen zich onverminderd inzetten. Onder leiding van Ed Nijpels (SER) is een regiegroep aan de slag gegaan. Er is afgesproken meer te gaan samenwerken bij het wegnemen van belemmeringen in lopende projecten. Dit wordt nauwgezet gevolgd, zodat de regiegroep snel kan ingrijpen als partijen onvoldoende voortgang boeken.
Verdubbelen
De provincies hebben toegezegd dat - in zoverre de 6.000 MW niet tijdig wordt gerealiseerd - zij het niet gehaalde deel van de opgave verdubbelen. Dit deel realiseren zij dan in 2021-2023 en kan bestaan uit zowel windenergie op land als andere vormen van duurzame energie. Dat resulteert uiteindelijk in meer duurzame energie in 2023.