Hamer
Op de dag van het schietincident liep het slachtoffer naar het KMar-bureau op Schiphol Plaza, waarna hij een hamer pakte en daarmee met kracht op één van de glazen toegangsdeuren sloeg. De resulterende knallen werden door de KMar-medewerkers geïnterpreteerd als schoten uit een vuurwapen.
Geen reactie
Toen één van de medewerkers zijn vuurwapen richtte op het slachtoffer, dook deze weg. De andere medewerker schoot met zijn vuurwapen op het slachtoffer en riep tegen hem dat hij zijn handen moest laten zien en zijn wapen moest laten vallen. De man reageerde hier niet op.
Op benen geschoten
Het slachtoffer reageerde vervolgens ook niet op herhaalde aanroepen om zijn handen te laten zien, op zijn buik te gaan liggen en zijn armen te spreiden. In plaats daarvan kwam hij steeds dichterbij. Ook werd op dat moment een mes bij het slachtoffer zichtbaar. De twee KMar-medewerkers hebben daarna gericht geschoten op de benen van de man. Het slachtoffer stopte, waarna hij voor behandeling van de schotwonden naar het ziekenhuis kon worden gebracht.
Leek op vuurwapen
Zoals gebruikelijk heeft de Rijksrecherche onderzoek gedaan naar het gebruik van de dienstwapens. Het OM concludeert op basis van dit onderzoek dat het gebruik van de dienstwapens een verdedigend karakter had. De aanval van het slachtoffer is uitgevoerd met een hamer. Op het moment van de aanval leek het alsof hij daadwerkelijk met een vuurwapen schoot.
Levensbedreigende situatie
De KMar-medewerkers mochten gezien de terreurdreiging en de aanwezigheid van burgers menen dat zijn zich in een levensbedreigende situatie bevonden. Verdediging daartegen was noodzakelijk en er was volgens het OM geen tijd en gelegenheid om minder ingrijpende middelen in te zetten. Alles afwegende is het OM van mening dat het geweld rechtmatig is aangewend. De betrokkenen zijn van deze beslissing op de hoogte gesteld.