De vrouw had de 15 jaar jongere man ontmoet via een contactadvertentie in de krant. Twee weken na de eerste ontmoeting ging de man bij de vrouw inwonen. Na een tijdje moest de vrouw met verschijnselen van verwardheid (delier) een paar dagen worden opgenomen in het ziekenhuis. Twee maanden later traden de man en de vrouw in het huwelijk, zonder medeweten van haar dochters. Zij trouwden in algehele gemeenschap van goederen. Kort daarna wijzigde de vrouw haar testament. Zij onterfde haar dochters en benoemde haar man tot enig erfgenaam.
Niet ter goeder trouw
Het aangaan van een huwelijk is een complexe beslissing, met verregaande emotionele, juridische, financiële en fiscale gevolgen. Het hof is het met de rechtbank eens dat de vrouw op het moment van het huwelijk niet in staat was hierover een eigen, zelfstandige afweging te maken. Uit onderzoek en verklaringen van deskundigen is komen vast te staan dat de vrouw leed aan dementie en niet in staat was dit soort ingrijpende beslissingen te nemen. Bovendien was de man niet ter goeder trouw.