Op 27 maart 2015 hield Geert Wilders - op uitnodiging van de Freiheitliche Partei Österreich - een toespraak in de Wiener Hofburg. Daarbij zei hij onder meer: 'Die islamische Ideologie ist eine Ideologie des Krieges und des Hasses' en 'Je weniger Islam es hier gibt, je besser'. Naar aanleiding van deze toespraak heeft het Oostenrijkse Openbaar Ministerie Wilders aangemerkt als verdachte van het aanzetten tot (rassen)haat (artikel 283 van het Oostenrijkse Wetboek van Strafrecht).
In Nederland (in tegenstelling tot in Oostenrijk) is het beledigen van een religie of een religieuze gemeenschap niet strafbaar. Alleen als een uitlating zich richt op een groep die gekenmerkt wordt door een geloof, kan dat strafbaar zijn. Wilders sprak bij deze gelegenheid over de islam, niet over de groep moslims die wordt gekenmerkt door hun islamitische geloof. Dit valt voor de Nederlandse wet onder geloofskritiek en geldt niet als belediging van een bevolkingsgroep (artikel 137c van het Nederlandse Wetboek van Strafrecht) of haatzaaien (artikel 137d van het Nederlandse Wetboek van Strafrecht).
Het Nederlandse OM wijst het verzoek van het Oostenrijkse OM dan ook af. Hetgeen niet wegneemt dat individuele personen zich beledigd kunnen voelen door de uitlatingen. Dat staat echter los van de strafbaarheid daarvan.
Afgelopen vrijdag berichtten verschillende media al over het verzoek van het Oostenrijkse OM aan het OM Den Haag om vervolging in deze Oostenrijkse zaak over te nemen. Toen kon het OM Den Haag niet naar buiten treden over deze voorgenomen beslissing, onder meer omdat eerst het Oostenrijkse OM en Geert Wilders daarvan op de hoogte moesten worden gebracht. Dat is inmiddels gebeurd.