Het toestel van Malaysia Airlines crashte op 17 juli 2014 in de Oekraïne. Hierna werd meteen een Staf Grootschalig en Bijzonder Optreden (SBGO) opgericht en werden tientallen agenten naar het rampgebied in de Oekraïne gestuurd om bewijsstukken, menselijke resten en spullen te zoeken.
In de evaluatie staat geschreven: ‘Bij de afhandeling van de MH17-ramp zijn collega’s soms gevraagd plaats te nemen in de SGBO of af te reizen naar Oekraïne op basis van beschikbaarheid. Er is niet altijd gekeken of mensen beschikken over de juiste eigenschappen die nodig zijn voor een dergelijke situatie en of ze passen binnen het team.’
Thomas Aling, woordvoerder van de Landelijke Eenheid, zegt tegenover de krant:’ Tijdens de ramp hadden veel agenten zomervakantie. De mensen moesten van heinde en ver komen. Ook wijkagenten – die geen ervaring hadden met een grote crisis – werden ingezet.’
Dit leidde onder meer toe dat agenten op eigen houtje acties gingen ondernemen, waarvoor toestemming nodig was van het SGBO. Ook de psychische selectie moet volgens de evaluatie beter. ‘Bij de MH17-ramp leidde dat overigens niet tot problemen’, zegt Aling