Salarisnota
'De overheid verwaarloost de zorg voor het onderwijs. De achterstand van de onderwijssalarissen ten opzichte van andere beroepen loopt daardoor op. Dat schaadt de aantrekkingskracht van het beroep en draagt bij aan de lerarentekorten', zo schrijft de AOb in een vandaag verschenen salarisnota.
Stappenplan
In de nota brengt de bond een stappenplan naar voren om de trend te keren. 'Na ons werkdruk-manifest presenteren wij hier onze voorstellen voor het stapsgewijs verbeteren van de onderwijssalarissen', zegt AOb-voorzitter Liesbeth Verheggen. 'Het is een realistisch plan. We overvragen niet. Een overheid die wil investeren in de kenniseconomie heeft daarvoor goed opgeleid personeel nodig. Dat kost wat, maar het is een investering die zich uiteindelijk weer terugbetaalt, in de vorm van goed opgeleide jongeren die hun weg weten te vinden in de maatschappij en in hun werk.'
Onderwijssalaris blijft achter
De tekorten aan leraren in het basisonderwijs en docenten in een groeiend aantal vakken van het voortgezet onderwijs nemen toe. In het ‘Stappenplan salaris onderwijs’ laat de AOb zien dat het salaris ertoe doet bij de keuze voor het onderwijs en legt de bond uit waarom dat salaris is achtergebleven ten opzichte van andere sectoren en andere landen.
Nullijn
De basis voor het stappenplan is een stabielere financiering van lerarensalarissen. In tijden van economische tegenwind greep de politiek de afgelopen jaren keer op keer naar de nullijn. Dat zorgt voor onrust in het onderwijs en leidt tot een achterstand van de salarisontwikkeling ten opzichte van de markt. Daarnaast is een nieuw overlegstelsel nodig waarin de positie van de overheid als financier van het onderwijs zichtbaarder wordt.
Tekorten
Nu dicteert de overheid wel de ruimte voor arbeidsvoorwaarden, maar overleggen werkgeversverenigingen zoals de PO-raad, de VO-raad, de MBO-raad, de Vereniging Hogescholen en de Vereniging Samenwerkende Universiteiten met de bonden over de cao’s. Deze werkwijze leidt steeds opnieuw tot een achterstand van salarissen ten opzichte van de markt. De praktijk wijst uit dat schoolbesturen tekorten oplossen door geld over te hevelen vanuit de arbeidsvoorwaarden.
Herwaardering
Volgens het plan van de AOb moet de overheid in de begroting voor 2018 ruimte maken voor herwaardering van ondersteunend personeel (300 miljoen euro), het afschaffen van de laagste salarisschaal in het basisonderwijs (500 miljoen euro), het waarmaken van beloften uit het bestaande Convenant Leerkracht (250 miljoen euro) en het wegwerken van de achterstand die is opgelopen door het hanteren van de nullijn.
Het carrièreperspectief van leraren in alle onderwijssectoren moet verbeteren door meer ruimte te maken voor de overstap naar hogere salarisschalen, waardoor het beroep aantrekkelijk blijft en in de pas komt met de toegenomen zwaarte en hogere opleidingseisen. Daarvoor is 1.340 miljoen euro nodig. In totaal is volgens de AOb een investering nodig van 3.590 miljoen euro in salarisverbetering om de aantrekkelijkheid van het beroep te verbeteren.