De grutto gaat, net als andere weidevogels, hard in aantal achteruit. De nationale telling leverde dit jaar slechts 4.000 vliegvlugge jongen op, ruim 7.000 minder dan de 11.000 die nodig zijn om de stand op peil te houden.
Te vroeg maaien
Al jarenlang gaat het aantal grutto’s in ons land in aantal achteruit en ook dit broedseizoen verliep dramatisch. Elk jaar zijn er de terugkerende problemen van te vroeg maaien. Maar ook de te droge en bloemloze graslanden, waardoor er te weinig voedsel in de vorm van insecten is.
Onweer- en hagelbuiten
Dit jaar had de grutto extra tegenslag. Eind mei sloeg het zonnige en droge voorjaarsweer om en trokken zware onweersbuien over ons land met plaatselijk zware hagel. Dit noodweer was waarschijnlijk veel opgroeiende kuikens te veel.
Vooral in Noord-Nederland trof het de kuikens extra hard omdat grutto’s daar later broeden en de kuikens daardoor jonger en dus extra kwetsbaar zijn. Ook was er plaatselijk sprake van zware predatie zoals in ZuidWest-Friesland, waardoor veel minder gruttokuikens dan normaal vliegvlug zijn geworden. Op de gemaaide, kale graslanden zijn kuikens een makkelijke prooi.
Ontoereikend weidevogelbeleid
Door de aanhoudend alarmerende situatie voor de grutto en andere weidevogels heeft Vogelbescherming eerder deze maand de Europese Commissie gevraagd Nederland aan te spreken op ontoereikend weidevogelbeleid.
Maatwerkprojecten in Amstelland, Eemland, Idezega (Friesland) en Terschelling laten zien dat er bij een complete aanpak er zeker nog een toekomst is voor de grutto. Deze aanpak moet met steun van de overheden snel ook elders worden toegepast.
De landelijke tellingen van jonge grutto’s zijn een samenwerkingsproject van Vogelbescherming Nederland, SOVON Vogelonderzoek Nederland en de Rijksuniversiteit Groningen.