In juni stelde, ruim 20 jaar na de val van Srebrenica, twaalf veteranen van Dutchbat III de Nederlandse Staat verantwoordelijk. Zij stellen dat de Staat nalatig is geweest en dat er sprake was van 'een onmogelijke missie'. De advocaten van de veteranen Michael Ruperti en Klaas Arjen Krikke zijn van mening dat de Nederlandse Staat 'ernstige nalatigheid en onzorgvuldigheid' kan worden verweten.
Advocaat Geert-Jan Knoops verwachte destijds al dat veel meer oud-Dutchbatters zich zouden aansluiten bij de twaalf veteranen en dat is dus ook gebeurd.
Knoops staat al oud-Dutchbatters bij in een eerdere zaak tegen de Staat vanwege nalatige nazorg. Volgens de advocaat steunt ook oud-Dutchbat-commandant Karremans de gang naar de rechter. Karrenmans heeft nog niet besloten of hij zich bij de groep van 12 voegt. Karremans kreeg vorig jaar geen strafvervolging voor het wegsturen van drie moslimmannen van de Dutchbat-compound. De drie mannen werden later door de Serviërs vermoord. Karremans zegt dat hij alle actie zal ondersteunen die kunnen leiden tot genoegdoening voor zijn gehele vroegere bataljon.
'Missie op voorhand onuitvoerbaar'
Minister Jeanine Hennis (Defensie) erkende tijdens de laatste Veteranendag dat de missie een opdracht was 'die- reeds op voorhand- onuitvoerbaar was. Ruperti in de media: 'Dutchbat werd op een kansloze missie gestuurd zonder adequaat te zijn voorbereid, zonder voldoende middelen en capaciteiten en met een zwakke informatiepositie.' De militairen van Dutchabat III waren in voormalig Joegoslavië gestationeerd in de Bosnische enclave Srebrenica om de Serviërs af te schrikken. Ze opereerden daarbij in VN-verband. Maar ze konden niet voorkomen dat er 8.400 moslimmannen en -jongens door de Serviërs werden afgevoerd en vermoord.