Dit staat in de gisteren verschenen ‘Balans van de Leefomgeving 2016: Richting geven - Ruimte maken’. Het PBL maakt in dit rapport de balans op van de toestand van de leefomgeving en plaatst daarbij ontwikkelingen op het gebied van milieu, natuur en ruimte in een langetermijnperspectief.
Het huidige rijksbeleid is redelijk succesvol waar het gaat om onze dagelijkse leefomgeving. Het drinkwater is schoon, onze steden zijn goed bereikbaar en we produceren steeds minder afval. Het PBL signaleert echter nog vier grote opgaven op het gebied van onze leefomgeving.
De uitstoot van broeikasgassen verminderen
Het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen vraagt om meer dan alleen een energietransitie. In de landbouw – met name de veehouderij – is het lastig om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen. In de lucht- en scheepvaart neemt de uitstoot naar verwachting toe. Als de uitstoot van broeikasgasemissies in deze sectoren niet voldoende kan worden teruggebracht zal in andere sectoren, zoals de industrie en de elektriciteitsproductie, extra reductie nodig zijn. Afvang en (ondergrondse) opslag van broeikasgassen uit de atmosfeer worden dan des te meer noodzakelijk.
Toenemende ruimtelijke verschillen
Het rijksbeleid is er op gericht om sterke regio’s sterker te maken om de internationale concurrentiepositie te verbeteren. De keerzijde van dit op zichzelf succesvolle beleid is dat de verschillen binnen en tussen steden en regio’s groter worden in Nederland. De toenemende sociaaleconomische verschillen vertalen zich nadrukkelijk ook in ruimtelijke verschillen, onder meer in inkomen, opleiding, werkgelegenheid en gezondheid. In de eerste plaats is het belangrijk te onderzoeken welke maatschappelijke problemen dit oplevert. Vervolgens zal de rijksoverheid handvatten moeten bieden aan andere overheden, regionale ontwikkelingsmaatschappijen, woningcorporaties, scholenkoepels etc. voor beantwoording van de vraag