De man wordt door de Canadese justitie verdacht van verschillende (zeden)misdrijven tegen Amanda Todd via internet. De rechtbank stelt vast dat de feiten waarvoor de uitlevering wordt verzocht zowel naar Canadees en Nederlands recht strafbaar zijn en dat daarvoor telkens een gevangenisstraf van meer dan een jaar kan worden opgelegd.
Strafzaak
In Nederland loopt een omvangrijke strafzaak met 39 verschillende slachtoffers, waaronder uit Canada, tegen de man. De raadsman vindt daarom dat het strafproces met de door de Canadese autoriteiten gewenste vervolging in Nederland zou moeten plaatsvinden. Verder vindt hij dat de uitlevering moet worden geweigerd omdat Canada hoogstwaarschijnlijk in het omgekeerde geval – als het een Canadees staatsburger betrof die in 39 zaken in Canada werd vervolgd – deze niet zou overdragen aan Nederland.
Verplichting
De rechtbank oordeelt anders en wijst op het uitleveringsverdrag dat tussen Canada en Nederland geldt. Hierin staat dat er in beginsel een verplichting tot uitlevering bestaat. Wat de raadsman heeft aangevoerd staat deze verplichting niet in de weg. Aangezien Aydin C. de Nederlandse nationaliteit heeft, moet Canada garanderen dat hij – mocht het tot straf komen – hij zijn straf in Nederland kan uitzitten. Uit de schriftelijke garantie van de Canadese autoriteiten bleken volgens de raadsman nog teveel voorbehouden. De rechtbank erkent de zorg van de raadsman en zal in haar advies aan de Minister van Veiligheid en Justitie aandacht vragen voor de door de Canadese autoriteiten verstrekte waarborg. Nu aan alle voorwaarden is voldaan die worden gesteld aan het verdrag over uitlevering tussen Nederland en Canada kan de uitlevering worden toegestaan, aldus de rechtbank.
De officier van justitie heeft op zitting aangegeven dat de feitelijke overlevering pas zal kunnen plaatsvinden nadat de rechtbank in eerste aanleg vonnis heeft gewezen in de Nederlandse strafzaak. Deze zaak zal naar verwachting begin 2017 worden voortgezet.