De brand
Verdachte heeft midden in de nacht, na sluitingstijd, een ruitje van het café ingeslagen, motorbenzine in de hal gegoten en vervolgens aangestoken. Daarna is hij achterop een klaarstaande scooter gesprongen en weggereden. De brand heeft snel om zich heen gegrepen. Ook de trap stond direct in brand, waardoor de enige vluchtweg voor de uitbater van het café en zijn gezin was afgesloten. Zij zaten als ratten in de val en zijn naar het dakterras gevlucht. De brandweer heeft hen daar ternauwernood kunnen redden.
Volledig toerekeningsvatbaar
De rechtbank heeft nauwelijks rekening kunnen houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Hij heeft nooit iets willen verklaren. Hij heeft ook niet meegewerkt aan onderzoeken van een psycholoog en psychiater. De rechtbank kan dan ook niet anders dan verdachte volledig toerekeningsvatbaar en dus volledig verantwoordelijk houden voor het feit.
De straf
De rechtbank heeft bij het bepalen van de straf rekening gehouden met de ernstige en onvoorziene gevolgen die een brandstichting als deze kan hebben. Door midden in de nacht motorbenzine aan te steken in een pand en vervolgens weg te gaan, is de brand niet meer te controleren. De brand heeft voor vier mensen een levensbedreigende situatie opgeleverd. De ernst van het feit komt ook tot uitdrukking in het strafmaximum: een gevangenisstraf voor de duur van 15 jaren.
Daarnaast heeft de rechtbank verdachte aangerekend dat hij geen verantwoordelijkheid heeft willen nemen voor wat hij gedaan heeft. Hij had het gezin kunnen uitleggen waarom juist in hun café en woning brand werd gesticht. Tot op de dag van vandaag is dat onduidelijk gebleven. De onzekerheid die daardoor is ontstaan en de angst dat het zomaar nog eens kan gebeuren had verdachte, als enige, weg kunnen nemen.
De rechtbank heeft gelet op alle omstandigheden aan verdachte een gevangenisstraf voor de duur van 8 jaren opgelegd. Dit is een lagere straf dan door de officier is geëist; hij vroeg om een gevangenisstraf van 10 jaar op te leggen. Dat komt onder meer omdat de officier van justitie aanneemt dat het motief van de brandstichting is gelegen in de territoriumstrijd tussen de motorclubs Hells Angels en de Bandidos. Het café zou een ontmoetingsplaats zijn van één van deze motorclubs. De rechtbank kan niet met zekerheid vaststellen dat dit inderdaad het motief geweest is en heeft dit dus niet in het nadeel van verdachte laten meewegen.
De slachtoffers
Verdachte moet aan de slachtoffers een bedrag van ruim € 300.000,-, vergoeden. Dit bedrag bestaat deels uit materiele schade aan het café, de woning en verbrande spullen. Ook zijn inkomsten misgelopen, omdat het café een half jaar dicht moest. Daarnaast is een deel smartengeld toegekend vanwege de psychische schade die het hele gezin door de brandstichting heeft opgelopen.