Jan Willem Spijkman vanb de ING: 'Dit is een uitstekend voorstel. De acute zorg is zeker gebaat bij meer samenwerking en minder marktwerking. De planbare en reguliere zorg vraagt naast samenwerking juist om meer marktwerking. Daarbij is aandacht nodig voor de volgende punten:
Betere spreiding binnen regio’s
Ziekenhuizen en zelfstandige klinieken kunnen in overleg met hun zorgverzekeraars komen tot een betere spreiding van planbare ziekenhuiszorg binnen hun regio. Tijdens de coronapandemie is er door veel ziekenhuizen planbare zorg afgeschaald en uitgesteld. Door een heldere portfoliokeuze per ziekenhuis en een betere onderlinge afstemming kan ook tijdens een pandemie de reguliere of planbare zorg wel doorgang vinden. Helemaal als je daar de zelfstandige klinieken in Nederland bij betrekt. Keuzes maken is nodig. Niet elk ziekenhuis kan alle zorg blijven aanbieden.
Onderscheid tussen zorginfrastructuur en overige zorg
Er zou een onderscheid kunnen worden gemaakt in zorginfrastructuur en alle overige zorg:
- Onder zorginfrastructuur valt dan de acute en complexe medisch specialistische zorg. Deze zorg zou bekostigd kunnen worden o.b.v. beschikbaarheid, specialisatie en geografie. Geen marktwerking meer, maar een eenduidige bekostiging;
- Alle overige zorg, zoals electieve en chronische curatieve zorg zou geliberaliseerd kunnen worden. Geen winstklem meer, maar juist meer marktwerking en bekostiging door de zorgverzekeraars. De aanbieders die deze zorg van hoge kwaliteit kunnen leveren tegen lage kosten gaan het winnen. De tucht van de markt doet dan zijn werk.
Betere afspraken met zorgverzekeraars
- Er zullen betere afspraken moeten worden gemaakt als het gaat om de landelijke en regionale regie voor de acute en complexe zorg, samen met de zorgverzekeraars;
- De overige zorg is gebaat bij een level playing field. Alle gekwalificeerde zorgaanbieders werken samen aan kwalitatief hoogwaardige zorg binnen een regio.
Dit kan bereikt worden als ziekenhuizen, zelfstandige klinieken en zorgverzekeraars per regio intensief met elkaar in gesprek gaan over spreiding van curatieve planbare zorg.'