Gezondheidsverschillen niet enkel sociaaleconomisch
De aandacht van beleidsmakers en -adviseurs voor gezondheidsverschillen is groot. Deze verschillen worden vaak aangeduid als sociaaleconomische gezondheidsverschillen, met indicatoren als inkomen en opleidingsniveau. Zo leven mensen met een laag opleidingsniveau (basisonderwijs en VMBO) gemiddeld 6 jaar minder lang en 15 jaar minder in goed ervaren gezondheid dan mensen met een HBO- of universitaire opleiding.
Ongelijkheid in wonen, leefomgeving, onderwijs
Maar achter verschillen in gezondheid gaat een nog complexere ongelijkheid schuil, waarin bijvoorbeeld ook wonen, leefomgeving en onderwijs meespelen. Vaak is er sprake van een stapeling van problemen en onderliggende interactie. Denk aan het hebben van een instabiele gezinssituatie of wonen naast een snelweg. Dat kan leiden tot verhoogde stress, gevoelens van onveiligheid en een grotere kans op gezondheidsproblemen. Om deze gezondheidsverschillen succesvol aan te pakken, is volgens de Raad breed beleid nodig dat verdergaat dan het gezondheidsdomein.
Complexe ongelijkheid van invloed op veerkracht en welvaart
Complexe ongelijkheid is van negatieve invloed op zowel de volksgezondheid, als de maatschappelijke welvaart en veerkracht van onze samenleving. Volgens de Raad is een radicale doorbraak nodig. Want hoe veerkrachtig is een samenleving wanneer een vierde van haar burgers in verregaande onzekerheid leeft? Hoe komen mensen tot bloei als problematische schulden jaar op jaar stijgen? In onze huidige samenleving zijn relationele, reflectieve en digitale vaardigheden nodig om je weg te vinden in een complexe maatschappij, zoals bijvoorbeeld in het ziekenhuis of bij het online invullen van de belastingen.
Riolering
In het essay toont de Raad aan dat sociaaleconomische gezondheidsverschillen in het verleden het sterkst werden verkleind door een aanpak die zich richtte op de gehele samenleving, en niet zozeer op het individu, de leefstijl of preventie. Ook laat het verleden zien dat de aanpak die zich niet specifiek richtte op het verkleinen van gezondheidsverschillen daarin juist het meest succesvol was, zoals de aanleg van de riolering.