Maar terwijl de daling in het gebruik van ‘traditionele middelen’ gestagneerd is, zijn er verschillende ‘nieuwe’ verleidingen zoals alcoholvrije dranken of lachgas. Dit zijn middelen met een vaak onschuldiger imago, maar waarvan onvoldoende bekend is wat de effecten en risico’s op korte en langere termijn zijn.
Afname roken, drinken en blowen stagneert
Sinds 1999 is het percentage jongeren dat ooit een sigaret heeft gerookt sterk gedaald (van 54% naar 17% in 2019). Deze daling heeft zich vooral voorgedaan tot 2015. Tussen 2015 en 2017 zwakt de daling af (van 23% naar 17%) en blijft in 2019 onveranderd op 17%. Opvallend zijn de grote verschillen in roken tussen de opleidingsniveaus. Zo heeft 24% van de scholieren op het VMBO basis-/kaderberoepsgericht ooit gerookt versus 12% op het VWO. Van de jonge rokers geeft bijna twee op de vijf (38%) aan binnen één maand te willen stoppen met roken. Hier liggen kansen om de prevalentie van roken onder jongeren te verlagen.
In 2019 heeft bijna de helft (47%) van de 12- tot en met 16-jarige scholieren ooit alcohol gedronken en iets meer dan een kwart (26%) ook in de maand voorafgaand aan het onderzoek. In groep 7 en 8 van het basisonderwijs heeft één op de acht leerlingen (13%) al eens gedronken. De geleidelijke daling van het alcoholgebruik tussen 2003 en 2015 is hiermee vooralsnog tot stilstand gekomen. Dat geldt voor alle leeftijden en voor de verschillende maten: alcoholgebruik ooit in het leven, in de afgelopen maand, dronkenschap en binge drinken.
Preventiebeleid noodzakelijk
De gestagneerde daling in het gebruik van alcohol en tabak onderstreept de noodzaak van preventiebeleid, zowel landelijk als regionaal. Er is nog veel winst te behalen. Dat kan bijvoorbeeld door intensivering van acties in het Nationaal Preventeiakkoord en de regionale preventieakkoorden die nog worden afgesloten, en waarnaar ook in de Voortgangsbrief Nationaal Preventieakkoord wordt verwezen.
Het gebruik van cannabis laat een soortgelijk beeld zien als voor alcohol en tabak. Vergeleken met 1999 (17%) hebben in 2019 (10%) beduidend minder scholieren ervaring met het gebruik van cannabis. Maar zowel voor het gebruik ooit in het leven als in de afgelopen maand geldt dat de percentages vanaf 2015 ongeveer gelijk zijn gebleven. Voor de meeste harddrugs, zoals XTC, cocaïne en amfetamine, was die stabilisatie er al sinds 2007.
Nieuwe verleidingen: effecten en risico’s grotendeels onbekend
Waar het gebruik van traditionele middelen gestabiliseerd is, geldt dat niet voor verschilllende nieuwe verleidingen. Voor nagenoeg alle nieuwe middelen geldt dat er nog weinig onafhankelijk onderzoek naar is gedaan en onduidelijk is wat de effecten risico’s zijn op de korte en langere termijn. Wel lijken ze vaak een onschuldig(er) imago te hebben dan de traditionele middelen. Voor alle middelen is de vraag of dit terecht is. Gezondheidsprofessionals maken zich bijvoorbeeld zorgen dat het drinken van alcoholvrije dranken de stap naar het drinken van alcoholhoudende dranken wellicht kleiner maakt. Onderzoek naar dergelijke effecten is echter nog schaars.
E-sigaret en heat-not-burn
Het percentage jongeren van 12 t/m 16 jaar dat ooit een e-sigaret heeft gerookt is gedaald tussen 2015 (34%) en 2017 (28%). Vanaf 2017 is het percentage licht gedaald naar 25% in 2019. Het gebruik van e-sigaretten is echter nog steeds hoger dan dat van reguliere sigaretten (17%).
Voor het eerst is gevraagd naar het gebruik van heat-not-burn producten – ook wel heat sticks genoemd en met de IQOS als bekende merknaam - vanwege signalen van een toenemende populariteit. Het percentage 12- t/m 16-jarige jongeren dat ooit een heat-not-burn product heeft gerookt ligt nu op 3,0%. Van de jongeren die een heat-not-burn product gebruikt doet 17% dit bijna elke week of vaker.
Alcoholvrij
In 2019 zijn ook voor het eerst vragen meegenomen over het gebruik van alcoholvrije dranken (bier, wijn of cider zonder alcohol). In groep 7 en 8 van het basisonderwijs geven twee op de vijf leerlingen (40%) aan wel eens een alcoholvrij drankje gedronken te hebben, waarvan bijna één op de vijf (16%) vaker dan één keer. Bijna één op de tien (9%) scholieren van 12 t/m 16 jaar drinkt tenminste wekelijks alcoholvrije dranken, jongens vaker dan meisjes.
Lachgas
Van de scholieren van 12 t/m 16 jaar in het voortgezet onderwijs heeft één op de tien ooit lachgas gebruikt en 2,5% deed dit nog in de afgelopen maand. In 2019 heeft 10 % van de scholieren in het voortgezet onderwijs ervaring met lachgas vergeleken met 8% in 2015. Voor het eerst is ook in de hoogste groepen van het basisonderwijs het gebruik van lachgas uitgevraagd. Van deze kinderen heeft 2,3% ooit lachgas gebruikt.