Dankzij baanbrekend onderzoek van het HIV Cure Research Center (UZ Gent) is nu duidelijker geworden waar het restvirus zich schuilhoudt. De onderzoekers zijn een stap dichter bij HIV-genezing.
Vandaag zijn meer dan 37 miljoen mensen geïnfecteerd met het HIV-virus en ongeveer evenveel mensen zijn al aan de ziekte bezweken sinds het virus voor het eerst ontdekt werd in 1981. Toch wordt HIV niet meer als een dodelijke ziekte gezien, maar gecatalogeerd onder 'chronische aandoening', in hetzelfde rijtje als diabetes en hart- en vaatziekten.
De ziekte dankt die nieuwverworven 'status' aan het feit dat HIV-medicatie de afgelopen jaren enorm geëvolueerd is, waardoor patiënten mits trouwe inname van 1 pil per dag het virus levenslang onder controle kunnen houden. Toch blijft er een enorm stigma hangen rond HIV-besmetting. En bovendien blijft het immuunsysteem aangetast, waardoor HIV-patiënten meer risico lopen op hart- en bloedvataandoeningen en kanker.
Baanbrekend onderzoek
De weg naar HIV-genezing blijft dus broodnodig, maar bijzonder complex. Bij patiënten die therapie nemen is de hoeveelheid virus die in het bloed achter blijft, heel klein. Men spreekt van ondetecteerbare hoeveelheid virus en deze patiënten kunnen ook anderen niet meer besmetten. Er blijft echter nog altijd een heel kleine hoeveelheid restvirus aanwezig die ervoor zorgt dat het virus in grote hoeveelheid terugkeert wanneer therapie gestopt wordt. Dit restvirus noemt men het viraal reservoir. Om van genezing te kunnen spreken, moet die kleine hoeveelheid restvirus die bij trouwe therapie nog in het lichaam aanwezig blijft, verwijderd worden. Maar dat kan niet zolang men niet weet waar het restvirus zich echt schuilhoudt.
Dankzij baanbrekend onderzoek van dr. Marie-Angelique De Scheerder en prof. dr. Linos Vandekerckhove (UZ Gent) is dat nu duidelijk geworden: 'HIV verschuilt zich in specifieke immuuncellen in het lichaam en blijft zo onder de radar. Wanneer de patiënt stopt met aidsremmers kan het virus vanuit deze cellen terugkomen en zorgen voor een opflakkering van het virus (=virale rebound). In tegenstelling tot wat men tot op heden dacht heeft ons onderzoek aangetoond dat immuuncellen die veel delen mede verantwoordelijk zijn voor dit virale reservoir. Daarenboven tonen we aan dat de virale rebound niet uit één specifiek orgaan of celtype komt maar afkomstig kan zijn uit verschillende celtypes en lichaamsdelen (zoals bloed, lymfeklieren en darmweefsel).' De resultaten van dit onderzoek zijn richtinggevend in de zoektocht naar HIV genezing.
Aan het onderzoek namen vrijwillig 11 HIV-patiënten deel. In een eerste fase werden bij deze patiënten stalen afgenomen om het virus te onderzoeken in verschillende cellen en lichaamsdelen. In een volgende fase werd de behandeling van deze patiënten kort onderbroken. De patiënten werden hierbij nauwgezet opgevolgd. Op het moment dat het virus terugkeert, werd het virus dat terugkwam vergeleken met het virus uit de stalen van de verschillende cellen en lichaamsdelen. Zo kon men identificeren waar het restvirus zich schuilhield.
Unieke samenwerking
Het onderzoek van het HIV-onderzoeksteam is niet alleen baanbrekend, maar ook uniek qua opzet. Zo werd er een onmiddellijke 'pipeline' opgezet zodat de stalen die bij de 11 patiënten werden afgenomen, meteen konden verwerkt worden. Voor de analyse werd bovendien samengewerkt met gerenommeerde labo's in ondermeer Sydney en Leuven. Die 'big data' van de meer dan 400 verschillende HIV virussen per patiënt, hebben geleid tot nieuwe inzichten die het Gentse team, maar ook andere wetenschappers wereldwijd een stap dichter bij HIV-genezing brengen.