Mensen die door amputatie of geboorte een arm missen, krijgen veelal een handprothese om het verlies aan functie van deze arm op te vangen. De kosten van de zorg rondom handprothesen zijn het afgelopen decennium fors gestegen. Dit heeft o.a. te maken met de introductie van de zogenaamde bionische prothesehanden. Dit zijn prothesehanden waarvan de duim en vingers afzonderlijk kunnen bewegen. In de praktijk merken behandelaars dat de bionische handen functionele voordelen hebben, maar dat er ook nadelen aan deze handen kleven: ze zijn kwetsbaar en door de complexe aansturing worden de vele functies maar in zeer beperkte mate benut. De doelmatigheid van deze bionische handen wordt in deze studie vergelijken met standaard handprothesen.
Gestandaardiseerde zorg
De zorg voor mensen die een handprothese gebruiken is gestandaardiseerd voor alle revalidatieteams in Nederland door het gebruik van het PPP-Arm protocol (PPP: Prothese Prescriptie Protocol). Hiermee kunnen patiënt en behandelaar samen op gestructureerde wijze een handprothese kiezen. De landelijke PPP-Arm database bevat data van vrijwel alle armprothesen die de afgelopen 8-10 jaar in Nederland zijn voorgeschreven. Er is tot dit moment nog te weinig onderzoek gedaan naar de effectiviteit. Daardoor hebben revalidatieteams nog niet voldoende wetenschappelijk kennis om samen met de gebruiker te bepalen welke prothesehand wel of niet de meest geschikte voor hen is.
Doel onderzoek
Doel van deze studie is om alle gegevens uit de PPP-Arm database te ontsluiten. Dit levert kennis op over de mate van gepast gebruik van een handprothese en over de kosten. Dit moet meer inzicht geven in wat de juiste prothese bij de juiste persoon is als het gaat om functioneel gebruik, ontstaan van defecten en noodzaak tot reparaties. De kosten van protheses vallen uiteen in onderhoud, reparaties, levensduur van de prothese en de hoeveelheid zorg die een patiënt heeft.
Ontwikkelen online Keuzehulp
Onderzoeksleider Corry vd Sluis wil met de opgedane kennis uit de studie een online Keuzehulp gaan ontwikkelen; deze moet onderdeel worden van het bestaande PPP-Arm protocol. Daardoor komen de resultaten van het onderzoek direct ten goede aan alle mensen die nu of in de toekomst een armprothese gebruiken.