In Nederland komt de vossenlintworm alleen voor bij een deel van de vossen in Zuid-Limburg en Oost-Groningen. De kans op besmetting is erg klein, maar de verschijnselen zijn zeer ernstig. Het kan jaren later de lever ernstig aantasten.
Veiligheid
In Zuid-Limburg en Oost-Groningen kunnen bosvruchten, paddenstoelen, gevallen of op de grond gekweekt fruit en groenten besmet zijn. Dat kan een risico voor de mens zijn. Als je namelijk besmet fruit of besmette groente eet, kan de parasiet in je lichaam komen. Dat kan ook gebeuren tijdens tuinieren bij contact met besmette grond of door met de blote hand uitwerpselen of kadavers van vossen aan te raken. Gebruik tijdens het tuinieren daarom altijd handschoenen en blijf uit de buurt van vossenholen.
Ook honden en katten in deze regio kunnen drager zijn van de vossenlintworm. Was daarom altijd je handen nadat je (huis)dieren hebt aangeraakt.
Gezondheidseffecten
De kans op besmetting met vossenlintworm is erg klein, maar de gevolgen zijn zeer ernstig. Bij mensen die de parasiet wel binnenkrijgen, ontstaat na 5 tot 15 jaar alveolaire echinococcose. Dat is een aantasting van de lever. De verschijnselen zijn buikpijn, kortademigheid of geelzucht. Omdat de ziekte zich pas uit als de lever al erg is aangetast heeft behandeling vaak geen zin meer. De ziekte kan leiden tot de dood.
Voedingsadvies
Voor Zuid-Limburg en Oost-Groningen geldt: Bosvruchten (bramen, frambozen en bosbessen), wilde paddenstoelen, valfruit, zoals appels en peren, of groenten uit de moestuin grondig wassen en koken voor consumptie. Het koken van de vruchten, bijvoorbeeld bij de bereiding van jam, doodt de eitjes. Er is dan geen kans meer op besmetting.