'Directe aanleiding is het beeld dat op 4 november jl. in het TV-programma Zembla is geschetst van de situatie op de afdeling KNO. Naar aanleiding van de uitzending van Zembla heeft de inspectie haar toezicht op het ziekenhuis geïntensiveerd en doet zij onderzoek naar de patiëntveiligheid en kwaliteit in het UMCU', aldus de IGZ.
Onderzoek naar de door het ziekenhuis gemelde calamiteiten maakt daar deel van uit. Zoals de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) op 3 december aan de Tweede Kamer aankondigde, heeft de inspectie een externe commissie ingesteld die haar ondersteunt bij haar onderzoek.
De inspectie heeft de externe commissie verzocht haar te adviseren door middel van een eigen onafhankelijk onderzoeksrapport of er sprake is van verhoogde risico’s voor de patiëntveiligheid op de afdeling KNO van het UMC Utrecht, en of wordt voldaan aan de voorwaarden voor verantwoorde zorg en voor gezond en veilig werken. De inspectie heeft de commissie ook verzocht de invloed van de bestuurscultuur en het handelen van betrokkenen op de kwaliteit en de veiligheid na te gaan.
Samenstelling externe commissie
Voorzitter van de externe commissie is prof dr Jan Willem Leer, voormalig hoogleraar en hoofd van de afdeling Radiotherapie aan het Radboudumc, en voorzitter van de Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek. De andere leden van de commissie zijn prof dr Martin Jan Schalij, cardioloog en hoofd van de afdeling Hartziekten aan het LUMC, en mr Wijnand Nuijts, afdelingshoofd van het Expertisecentrum Governance, Gedrag & Cultuur bij De Nederlandsche Bank. Secretaris van de commissie is dr Gerard Engel, zelfstandig adviseur in de gezondheidzorg. De leden zijn onafhankelijk en voeren hun taken uit op persoonlijke titel.
De inspectie heeft de externe commissie verzocht zo snel mogelijk van start te gaan en vóór 1 juli 2016 aan haar te rapporteren. De onderzoeksresultaten worden na afloop van het onderzoek openbaar gemaakt. In het belang van het onderzoek kan de inspectie gedurende het onderzoek hierover geen vragen van de media beantwoorden. Dat geldt ook voor de leden van de externe commissie.