'Mensen met een hoger opleidingsniveau leven dus gemiddeld aanzienlijk langer in goede gezondheid of zonder lichamelijke beperkingen dan lager opgeleiden. Deze verschillen zijn de laatste jaren nauwelijks veranderd', aldus het CBS.
Grote verschillen
Het aantal levensjaren met een goede ervaren gezondheid hangt sterk samen met iemands opleidingsniveau. Zowel bij mannen als bij vrouwen is het verschil tussen de hoogst- en laagstopgeleiden 19 jaar. Vrouwen met hbo- of universiteit brengen bijna 72 jaar door met een goede ervaren gezondheid.
Dat is 5 jaar meer dan vrouwen met havo/vwo/mbo, 11 jaar meer dan vrouwen met vmbo en 19 jaar langer dan degenen die alleen basisonderwijs hebben. Het aantal jaren met een minder dan goede ervaren gezondheid is voor de laagstopgeleide vrouwen bijna 28 jaar. Bij de hoogstopgeleide vrouwen is dat ruim 15 jaar.
Hoger opgeleiden mankeren ook minder snel wat
Hoger opgeleiden hebben ook minder snel dan lager opgeleiden te maken met lichamelijke beperkingen op het gebied van gehoor, zicht of het bewegingsapparaat. De levensverwachting zonder deze beperkingen is voor de laagstopgeleide vrouwen net geen 60 jaar, bijna zeventien jaar korter dan voor de hoogstopgeleiden. De laagstopgeleide mannen leven wat meer jaren zonder beperkingen (63 jaar), een verschil van 14 jaar met de hoogstopgeleiden.
Blijvende verschillen naar opleidings- en inkomensniveau
Ook als in plaats van opleidingsniveau naar inkomen wordt gekeken zijn er grote verschillen in gezonde levensverwachting te zien. De gevonden verschillen tussen opleidings- en inkomensniveaus zijn nagenoeg even groot als tien jaar geleden. In het rapport Armoede en sociale uitsluiting 2015 dat CBS op 16 december publiceert, wordt nader ingegaan op de verschillen in (gezonde) levensverwachting tussen inkomensgroepen.