De afgelopen jaren is het betalingsverkeer steeds verder gedigitaliseerd. Maar nog steeds zijn er veel mensen die gebruik maken van contant geld. Daarnaast zijn er ook veel mensen die afhankelijk zijn van contant geld om deel te nemen aan de samenleving. Uit een eerder onderzoek van McKinsey blijkt dat 1 op de 13 Nederlanders afhankelijk is van contant geld. De huidige vrijwillige afspraken met onder andere de sector zijn niet houdbaar om contant geld bereikbaar, beschikbaar en betaalbaar te houden. Daarom kondigt de minister wetgeving aan om te zorgen dat dit in de toekomst zo blijft.
Omdat contant geld relatief veel wordt gebruikt door consumenten in kwetsbare posities met een beperkte financiële draagkracht, zou juist die groep onevenredig zwaar geraakt worden als banken kosten in rekening brengen voor het opnemen van contant geld. Met de komende wetgeving wil de Minister de meeste Nederlandse betaalrekeningen onder de verplichting laten vallen. Voor de zakelijke klanten kunnen wel kosten in rekening worden gebracht, maar daarvoor wordt bepaald hoe hoog die kosten mogen zijn.
Verder is van belang dat de bereikbaarheid van geldautomaten nu en in de toekomst gewaarborgd is. Daarom worden de 3 grootbanken wettelijk verplicht om de huidige infrastructuur van geldautomaten in stand te houden. Zij zijn gezamenlijk eigenaar van de Geldmaat-automaten.
Maatschappelijke verantwoordelijkheid
Samen met DNB doet de minister een klemmend beroep op banken om hun maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen en er gezamenlijk voor te zorgen dat de toegang tot chartale diensten en de betaalbaarheid ervan voor consumenten en toonbankinstellingen niet verder afnemen totdat de aangekondigde wetgeving van toepassing is geworden.
Minister Kaag: 'De toegang tot contant geld is cruciaal. Niet iedereen vindt de weg in het digitale betalingsverkeer. Voor hen moet contant geld beschikbaar, bereikbaar en betaalbaar blijven. Daarnaast is contant geld bij storingen in het elektronisch betalingsverkeer een belangrijke terugvaloptie.'
De minister van Financiën vroeg samen met DNB aan advieskantoor PWC de toekomstige inrichting van de infrastructuur van het contante geld te onderzoeken. Naar aanleiding van hun bevindingen komt de minister tot bovenstaande maatregelen.