Trawlers brachten 404,1 miljoen kilogram vis aan land in 2021. Deze vissersschepen met trechtervormige netten richten zich op in diepere wateren rondzwemmende scholen vis. Ze voerden in 2021 vooral blauwe wijting (34 procent), haring (33 procent) en makreel (18 procent) aan.
De aanvoer door trawlers was 20 procent hoger dan een jaar eerder, er werd vooral meer horsmakreel aan Nederlandse havens geleverd (+101 procent). Na 2014 is vooral de vangst van haring, makreel, blauwe wijting en sardines door trawlers toegenomen.
Kotters brengen verse vis
Kotters richten zich op bodemvisserij in de kustwateren. Deze schepen brachten 39,3 miljoen kilogram vis aan wal in 2021, vooral schol (44 procent) en noordzeegarnalen (34 procent).
Er werd 4 procent minder dan het jaar daarvoor aan land gebracht, maar de aanvoer van kabeljauw nam juist toe, met 126 procent. Na 2014 nam de vangst van de meeste vissoorten door kotters af.
Dieptepunt in 2014
De hoeveelheid aan land gebrachte vis bereikte in 2014 met 260 miljoen kilogram een dieptepunt, vooral omdat trawlers steeds minder vis aanvoerden. In 2015 werd deze dalende trend verbroken en verdubbelde de opbrengst ten opzichte van een jaar eerder. Na 2015 kwamen de opbrengsten echter niet meer zo hoog uit als in dat jaar maar ze bleven vooralsnog hoger dan in 2014.