De vrije besparingen van huishoudens (inclusief instellingen zonder winstoogmerk) zijn gelijk aan het beschikbaar inkomen minus de consumptieve bestedingen. De vrije besparingen worden beïnvloed door seizoeneffecten. In het tweede kwartaal wordt doorgaans veel gespaard, doordat huishoudens dan hun vakantiegeld uitbetaald krijgen. In het derde kwartaal zijn er door de zomervakantie minder vrije besparingen. Het is daarom beter om de vrije besparingen van een kwartaal met hetzelfde kwartaal van een jaar eerder te vergelijken.
Hoewel in het vierde kwartaal van 2021 het beschikbaar inkomen met 4,6 miljard euro is toegenomen ten opzichte van het vierde kwartaal van 2020, namen de consumptieve bestedingen met 9,6 miljard euro toe. Het is het derde opeenvolgende kwartaal dat de vrije besparingen lager uitkomen dan een jaar eerder. De afgelopen kwartalen stegen de consumptieve bestedingen sterker dan het beschikbaar inkomen. In 2020 waren de vrije besparingen relatief hoog door de coronabeperkingen die er toen waren.