Deze raming vormt voor het kabinet het startpunt voor de afrondende besluitvorming over de begroting 2022. Op Prinsjesdag (21 september) publiceert het CPB de Macro Economische Verkenning (MEV). In die raming is alle besluitvorming van de begroting 2022 verwerkt.
Hoewel de economie als geheel snel herstelt, blijft de aanwezigheid van het coronavirus wel een factor van betekenis. Door onzekerheid, gerichte contactbeperkingen en/of verschoven vraag houdt een beperkt aantal sectoren voorlopig, en waarschijnlijk deels blijvend, last van corona. Aanpassing door bedrijfsbeëindigingen is dan onvermijdelijk en economisch gezien wenselijk, zeker gezien de gespannen arbeidsmarkt in sectoren die geen last van corona hebben, of juist te maken hebben met extra vraag. De aangekondigde beëindiging van de generieke steunmaatregelen na het derde kwartaal ondersteunt deze noodzakelijke aanpassing.
De overheidsfinanciën herstellen in lijn met de ontwikkeling van de economie. In 2021 is er nog een begrotingstekort van 5,3%, maar in 2022 daalt dit door het wegvallen van de steun en het aantrekken van de belastinginkomsten tot 1,8%. Door de snelle groei daalt de overheidsschuld dan gemeten als percentage van de economie al weer.
De ontwikkeling van de statische koopkracht valt terug doordat de loonontwikkeling vertraagd reageert op de coronacrisis, terwijl de inflatie door gestegen grondstofprijzen juist wat oploopt. In 2021 stijgt de koopkracht als gevolg van lastenverlichting in doorsnee nog met 0,8%; zonder nader beleid is in 2022 de ontwikkeling in doorsnee 0,0%.