Sinds 2010 nam het aantal fysieke winkels af met 13 540, een daling van bijna 14 procent. De daling van 1 procent tijdens 2020 ligt daardoor ondanks de coronacrisis iets lager dan de gemiddelde jaarlijkse afname sinds 2010. Deze daling van het aantal fysieke winkels staat bovendien in contrast met de forse toename van het aantal webwinkels in deze periode. Sinds 2010 verviervoudigde het aantal webwinkels bijna.
Vooral minder winkels in non-food
In 2020 nam vooral het aantal fysieke winkels in de handel in non-food producten af (-1,3 procent), terwijl het aantal winkels in voeding ongeveer gelijk bleef. Het aantal winkels in lectuur en schrijfwaren is met bijna 5 procent het sterkst afgenomen in 2020. Het aantal boekenwinkels nam met bijna 2,5 procent af. Daarnaast daalde onder meer het aantal kleding- en schoenwinkels, het aantal groentewinkels en ook het aantal winkels in audio- en video-opnamen nam relatief sterk af.
In sommige delen van de detailhandel groeide het aantal vestigingen wel. Het aantal winkels in computers en software groeide het hardst, met 2,5 procent. Ook waren er in 2020 meer warenhuizen (+ 2,2 procent), winkels in overige voedingsmiddelen (+ 1,5 procent) en winkels in brood, banket en zoetwaren (+ 1,5 procent). Het aantal supermarkten bleef ongeveer gelijk.
Winkeldichtheid gedaald in 61 procent van de gemeenten
Op 1 januari 2021 was in 61 procent van de Nederlandse gemeenten de winkeldichtheid lager dan een jaar eerder. Van alle Nederlandse gemeenten daalde de winkeldichtheid in Hendrik-Ido-Ambacht met ruim 13 procent het meest. Daarentegen waren er ook gemeenten waar de winkeldichtheid toenam. De grootste stijging vond plaats in Grave, waar de winkeldichtheid met 12 procent toenam van 4,0 winkels naar 4,5 winkels per duizend inwoners.