Dat blijkt uit onderzoek van CBS in opdracht van de Nationaal Coördinator Groningen. Of ook de prijzen van de woningen die wel verkocht worden achterblijven, kan niet met zekerheid worden gezegd.
Woningen na anderhalf jaar nog niet verkocht
Alle verkoopindicatoren wijzen erop dat woningen in het bevingsgebied in Groningen minder makkelijk te verkopen zijn dan woningen in het referentiegebied. In doorsnee stonden woningen eind juni 2016 al 566 dagen te koop. Dit is ruim anderhalf jaar; 4,5 maanden langer dan in het referentiegebied.
Verkoopprijzen trekken aan
De verkoopprijzen van verkochte woningen in het aardbevingsgebied zijn het afgelopen jaar met 2,4 procent gestegen. De prijzen in het referentiegebied stegen met 3,4 procent. Vanwege onzekerheidsmarges op deze cijfers kan niet met zekerheid een verschil in prijsverloop tussen beide gebieden worden vastgesteld. Wel is duidelijk dat het recente herstel op de nationale woningmarkt in het bevingsgebied later is begonnen.
Verhuizen uit het bevingsgebied
Van een massale leegloop van het aardbevingsgebied lijkt geen sprake. Ieder kwartaal verhuizen ongeveer tienduizend huishoudens vanuit, naar en binnen het bevings- en referentiegebied. Het percentage verhuizers dat het getroffen gebied verliet, schommelde in de periode 2012–2015 tussen 36 procent en 45 procent. Dat is niet meer dan in het referentiegebied en niet duidelijk meer na de zwaarste beving in het derde kwartaal van 2012. Onderzoek van de TU Delft wijst in dezelfde richting: het aantal verhuizingen lijkt vooralsnog niet sterk beïnvloed door de aardbevingen, maar verhuisgeneigde bewoners van het aardbevingsgebied willen wel veel vaker hun woongemeente verlaten dan in een ‘normale’ woningmarkt gebruikelijk is.