De resultaten komen uit een tweejaarlijkse internationale enquête onder bedrijven met tien of meer werkzame personen. Bijna de helft van de 51 .000 Nederlandse bedrijven in deze categorie gaf aan te innoveren. Naast technologische innovaties was er ook sprake van organisatorische en marketinginnovaties. Daarmee is het percentage innoverende bedrijven weer terug op het niveau van 2008-2010.
Op de vraag of bij de innovaties sprake was van een primeur, antwoordde 10 procent dat het ging om een wereldprimeur, 16 procent had naar eigen zeggen een Europese primeur. Een kwart van de bedrijven gaf aan op nationaal niveau de eerste te zijn. Het gaat bovengemiddeld vaak om grotere bedrijven met minstens vijftig werknemers.
Innovaties terug op niveau 2008-2010
Met 48 procent is het niveau van innoverende bedrijven terug op dat van 2008-2010. In de jaren 2010-2012 was dat nog maar 38 procent. Vooral een daling in het aantal technologische innovaties veroorzaakte de dip.
Het herstel is vooral terug te zien in de landbouw en de leer- en metaalindustrie. Bij reparatie- en installatiebedrijven, in de transportmiddelenindustrie en in de afvalinzameling en -verwerking bleef de innovatie het meest achter.
Afzetmarkt
De ongeveer 19 .000 bedrijven die technologisch innoveren mikken vaker dan gemiddeld op de Nederlandse of internationale markt. Voor 48 procent is Nederland de belangrijkste afzetmarkt, 19 procent moet het vooral hebben van de internationale afzet, 33 procent richt zich het meest op de regio.
Voor het totaal van de ondervraagde bedrijven geldt dat de lokale of regionale markt de belangrijkste is (51 procent), daarna de nationale (37 procent) en tenslotte de internationale (13 procent).
Agribusiness
Een van de sectoren die bovengemiddeld innovatief waren in de periode 2012-2014 was de agribusiness. In deze sector voerde 41 procent van de bedrijven een technologische innovatie door. Bij alle bedrijven samen is dit 37 procent.
Innovaties in de agribusiness zijn bijvoorbeeld betere meststoffen om planten en bloemen sneller te laten groeien, ingrediënten in voeding die de gezondheid zouden bevorderen zoals probiotica en cholesterolverlagende middelen of producten die allergieën moeten voorkomen zoals gluten- en lactosevrije producten.