Daarom hebben de Koepelorganisatie van de twaalf provincies IPO, VNG, Rijk (EZ en I&M), NWEA, Netbeheer Nederland en Stichting Natuur & Milieu een actieplan opgesteld.
Windmolens op land in de Eemshaven
De decentrale overheden en het Rijk spreken gezamenlijk het vertrouwen uit dat deze maatregelen zullen leiden tot de benodigde versnelling in het ontwikkelen van windparken op land.
In het actieplan dat eind vorig jaar is gesloten is afgesproken om de procedures rondom het realiseren van deze parken te versnellen door een heldere planning en betere ondersteuning van initiatiefnemers. Ook zal geïnvesteerd worden in het vergroten van maatschappelijke acceptatie van windmolenparken.
Minister Kamp, minister van Economische Zaken: “De overgang naar duurzame energie is onomkeerbaar, daar wordt in heel Nederland nu hard aan gewerkt. Er zijn in het afgelopen jaar verschillende nieuwe windparken gerealiseerd, maar er moet ook nog veel gebeuren. Daarom hebben we hier met alle betrokken partijen aanvullende afspraken over gemaakt. Het doel om in 2020 voor 6000 MW aan windmolens te hebben staan, blijft zo in zicht.”
Arie Stuivenberg, gedeputeerde Flevoland en IPO-bestuurslid: “Met windenergie leveren we een belangrijke bijdrage aan de energietransitie die nodig is voor Nederland. Windmolens plaats je niet zomaar in een gebied, daar moet je het eerst nadrukkelijk over hebben met omwonenden en andere belanghebbenden. Provincies doen er alles aan om aan de voorkant draagvlak te krijgen voor de plaatsing van windmolens. Dit is een investering die zich ruim terug verdient.”
Gerben Dijksterhuis van de VNG-commissie Energie en wethouder in Zeewolde: “Er ligt een grote opgave voor schone energie. Dat betekent dat we daarbij ook windmolens nodig hebben om de doelstellingen te halen. Bij de komst van windmolens is het belangrijk om oog te hebben voor zorgvuldige processen en gemeenten en hun inwoners in een zo vroeg mogelijk stadium te betrekken. Alleen op die manier kunnen we de opgave op het gebied van schone energie halen.”