Uit het rapport, dat maandag is overhandigd aan Peter van de Wardt voorzitter van de gemeenschappelijke sociale dienst van de gemeenten Aalten en Oude IJsselstreek, blijkt dat de re-integratie niet was gericht op het vinden van een echte baan.
‘Het werk droeg ook niet bij aan een succesvolle re-integratie', zegt bestuurder Hans Hupkes van de FNV bij verschijning van het rapport. 'De bijstandsgerechtigden ontvingen voor hun werk geen loon, maar de gemeenten Aalten en Oude IJsselstreek verdienden er wel geld mee. Dit is echt werk en daar hoort een minimumloon tegenover te staan. Daarvoor stappen we binnenkort naar de rechter.’
Nepbloemen vouwen en bomen rooien
Tientallen uitkeringsgerechtigden uit de twee gemeenten in de Achterhoek hebben sinds 2011 zonder loon gewerkt. Ze vouwden nepbloemen, die vervolgens goedkoop in tuincentra lagen uitgestald. Ook plakten ze enveloppen en rooiden bomen tot 32 uur per week, soms jarenlang. De gemeenten verdienden geld met de productie en konden eigen werk goedkoop laten doen.
Re-integratie niet gericht op vinden echte baan
Het ISWI hield de schijn op dat het om passende re-integratietrajecten zou gaan. Daar was geen sprake van, bewijst het rapport. Er werd geen maatwerk geleverd en de re-integratie was niet gericht op het vinden van een echte baan.
Onderhandeld over passende compensatie
FNV-leden zijn al geruime tijd in actie tegen werken zonder loon en tegen de verdringing van werk door de inzet van uitkeringsgerechtigden. Die acties hebben succes gebracht. Aalten en Oude IJsselstreek hebben de afgelopen weken onderhandeld over een passende compensatie voor de groep bijstandsgerechtigden die werkten zonder loon.
Zo'n 25 uitkeringsgerechtigden kregen arbeidscontract
Hupkes: ‘Inmiddels zijn de gemeenten gestopt met het onbeperkt inzetten van uitkeringsgerechtigden. Het maximum voor dit werk ligt nu op 6 maanden. Zo’n 25 uitkeringsgerechtigden hebben een arbeidscontract gekregen en tientallen hebben nu een leer-werkcontract met als vergoeding het minimumloon. Als compensatie met terugwerkende kracht voor het gedane werk boden de gemeenten echter onvoldoende. Het is een principekwestie. Voor echt werk moet minimaal het minimumloon worden betaald.’