Het onderzoek naar Digitale Veiligheid en Criminaliteit is een nieuw onderzoek dat het CBS in het najaar van 2018 als pilot heeft uitgevoerd in samenwerking met de politie. Voor dit onderzoek werden 100 duizend personen benaderd, van wie ruim 38 duizend meededen.
Jongeren het vaakst slachtoffer
Jonge internetgebruikers van 12 tot 25 jaar waren met 12 procent het vaakst slachtoffer van digitale criminaliteit. Van de 65-plussers was nog geen 4 procent slachtoffer.
Vooral vermogensdelicten
4,6 procent was slachtoffer van een vermogensdelict, een delict waaraan de dader geld heeft verdiend. Van hacken was 1,8 procent slachtoffer. Daarnaast was 1,4 procent van de internetgebruikers slachtoffer van niet-seksuele interpersoonlijke incidenten, terwijl 0,7 procent slachtoffer was van interpersoonlijke incidenten met een seksuele (bij)bedoeling. Hierbij gaat het om incidenten in de persoonlijke sfeer, zoals roddel, pesten, stalken of bedreiging. 1 procent was slachtoffer van identiteitsfraude zonder financiële schade.
Mannen waren net zo vaak slachtoffer van digitale criminaliteit als vrouwen. Mannen werden wel vaker slachtoffer van vermogensdelicten, vrouwen daarentegen vaker van interpersoonlijke incidenten.
Aankoopfraude vaakst voorkomende online vermogensdelict
Binnen de vermogensdelicten werden internetgebruikers met 2,7 procent het vaakst slachtoffer van fraude bij online aankopen. Zij betaalden voor diensten of goederen die niet werden geleverd. Daarnaast is bij 0,5 procent geld van de rekening gehaald of zijn betalingen gedaan vanaf de rekening. Ook van Wangirifraude (een vorm van belfraude) was een half procent van de internetgebruikers slachtoffer.