Voorwaarden en waarborgen
Om een zorgvuldige afweging te kunnen maken over de inzet van de genoemde bevoegdheden, is elke bevoegdheid in de desbetreffende wet van specifieke voorwaarden en waarborgen voorzien. Dat geldt ook voor de bevoegdheid tot binnendringen in een geautomatiseerd werk in de Wiv 2002. De bevoegdheid mag alleen worden ingezet in het kader van de nationale veiligheid.
De inzet van deze bevoegdheid wordt altijd getoetst aan de eisen van noodzaak, proportionaliteit en subsidiariteit. De inzet moet proportioneel zijn ten opzichte van het doel en het potentiële risico op onbedoelde effecten. Bovendien is de inzet alleen geoorloofd als niet met een minder ingrijpend middel hetzelfde doel kan worden bereikt.
Toestemming minister nodig
De bevoegdheid mag alleen worden ingezet indien vooraf toestemming is verleend door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor de AIVD of de Minister van Defensie voor de MIVD.
Daarnaast ziet de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) toe op de rechtmatigheid van de taakuitvoering van de AIVD en de MIVD. Met het komende voorstel voor een nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten beoogt de regering de waarborgen betreffende de inzet van deze bijzondere bevoegdheid verder te versterken.
Tijdelijk niet melden van kwetsbaarheden
Er kunnen echter wettelijke bepalingen, de wettelijke plicht tot het beschermen van bronnen, actueel kennisniveau, of operationele redenen zijn die het melden van kwetsbaarheden (tijdelijk) in de weg staan. In dergelijke gevallen wordt het belang van informatieverstrekking afgewogen tegen het belang van geheimhouding en bronbescherming.