Bij een monstername in de zomer van 2022 vond de NVWA een te hoog gehalte van een ontwormingsmiddel in de lever van een geslacht varken. Nader onderzoek door de NVWA wees uit dat 390 varkens kort voor de slacht waren behandeld met dat geneesmiddel. De gevonden residuen leverden geen acuut gevaar voor de volksgezondheid op, maar de wettelijke limiet werd wel overschreden. Het vlees van de 390 varkens was daardoor ongeschikt voor consumptie en moest van de markt gehaald worden.
Onjuiste informatie
Het slachthuis en een handelshuis hebben meerdere keren gegevens over de bestemming van dat vlees aan de NVWA verstrekt. Die gegevens bleken niet te kloppen. Daarom startte de NVWA-IOD een strafrechtelijk onderzoek.
De NVWA heeft de verstrekte informatie destijds direct beoordeeld. Daaruit bleek dat de bedrijven niet in staat waren om aan te tonen waar de producten van de met het ontwormingsmiddel behandelde varkens heen waren gegaan. Daarom heeft de NVWA de bedrijven opgedragen om het vlees van alle varkens die op dezelfde dag waren geslacht – in totaal zo’n 18.000 - van de markt te halen. De NVWA-IOD vermoedt dat de bedrijven opzettelijk onjuiste informatie verstrekten om te proberen het terughalen van de hele dagproductie te voorkomen. Na bestuursrechtelijk ingrijpen hebben het slachthuis en het handelshuis inmiddels wel een werkend traceringssysteem.