Nooit bedoeling geweest
De lidstaten geven aan dat het bij de totstandkoming van de Biotechrichtlijn - die de octrooibescherming van biotechnologische uitvindingen regelt - nooit de bedoeling is geweest om octrooien te verlenen op producten die het resultaat zijn van een wezenlijk biologische werkwijze.
Staatssecretaris Van Dam: 'Deze doorbraak in de discussie over octrooirecht is van groot belang voor de gewasveredelaars, en daarmee ook voor de voedselvoorziening. De veredelaars spelen een cruciale rol in de voedselproductie door steeds nieuwe, sterkere gewassen te ontwikkelen. Als zij vrij kunnen beschikken over biologisch materiaal bevorderen we de innovatie de veredelingssector, wat goed is voor de Nederlandse concurrentiekracht en uiteindelijk ook voor de voedselzekerheid in de wereld.'
Beschermd materiaal
Het probleem onder het octrooirecht was dat plantveredelaars geen beschermd materiaal mogen gebruiken voor het ontwikkelen en exploiteren van een nieuw ras, zonder toestemming van de octrooihouder. Door octrooien hebben zij minder toegang tot genetische diversiteit, wat innovatie in de plantenveredelingssector belemmert.
Dit is onwenselijk, omdat plantenveredelaars een belangrijke rol spelen in de wereldvoedselvoorziening. Zij ontwikkelen nieuwe rassen die kunnen groeien onder de meest uiteenlopende omstandigheden en bijvoorbeeld bestand zijn tegen droogte en plantenziekten.
Discussie
De discussie over patenten op natuurlijke eigenschappen begon in 2012, en is versterkt in 2015 toen de Kamer van Beroep van het Europees Octrooibureau bepaalde dat producten die via kruising of andere klassieke veredelingstechnieken zijn verkregen voor octrooi in aanmerking komen.
Tijdens het voorzitterschap heeft staatssecretaris Van Dam zich ingezet om een oplossing op EU-niveau te organiseren. Dat de Europese Commissie nu duidelijkheid heeft geschapen in deze langlopende discussie is het directe gevolg van een EU-symposium dat Nederland tijdens het EU-voorzitterschap heeft georganiseerd.