Na het vervangen van een versleten heupgewricht verdwijnen voor veel patiënten de klachten volledig.
Vandaar dat deze vorm van behandeling al tientallen jaren in populariteit toeneemt. Het kan echter gebeuren dat de heupprothese na verloop van tijd loslaat, waardoor meer ingrijpende operaties nodig zijn. Nina Mathijssen onderzocht bij de afdeling Orthopedie van het Radboudumc twee methoden om heupprotheses beter te beschermen tegen loslating. Op 13 januari promoveerde ze op dit onderzoek bij het Radboudumc.
Betere botaangroei
Het plaatsen van een heupprothese gebeurt vaak met de zogenaamde botimpactietechniek. Hiermee wordt het heupgewricht versterkt met donorbot. Dit helpt het lichaam om bot en bloedvaten te laten terugkeren, zodat de heup op een natuurlijke manier herstelt. Een prothese kan gaan loslaten als de aangroei van nieuw bot de afbraak van donorbot niet bij kan houden. Uit het onderzoek blijkt dat lokaal toedienen van bisfosfonaten, die ook gebruikt worden bij de behandeling van botontkalking, de afbraak van het donorbot vertraagt. Dit levert beter nieuw bot op na toepassing van botimpactie.
Impregneren met antibiotica
Bij twee procent van de patiënten met een nieuwe heup kan een infectie ontstaan. Hierdoor kan de heupprothese loslaten, maar kunnen ook ingrijpende complicaties ontstaan die leiden tot extra operaties en ziekenhuiszorg. Mathijssen onderzocht de bruikbaarheid van verschillende hygiënemaatregelen. Ze ontdekte in dieronderzoek dat het impregneren van het donorbot met antibiotica een effectieve methode kan zijn om de kans op infecties te verkleinen.