Volgens Ecomare zijn de zeepaddenstoelen niet alleen ongewoon groot, maar ook het tijdstip is vreemd. Normaal vind je zeepaddenstoelen aan de Nederlandse kust alleen in de nazomer en de herfst.
De verklaring voor dit verschijnsel is eenvoudig: Deze reuzenkwallen hebben de winter overleefd. Intussen zijn ze wel doorgegroeid, en daardoor zijn ze zo groot. Dat gebeurt af en toe, maar alleen in een zachte winter. In een koude winter gaan de kwallen allemaal dood, en blijven alleen de poliepen in leven. Deze snoeren aan het einde van de lente pas weer kwallen af, waardoor de zeepaddenstoelen die je in de zomer ziet veel kleiner zijn.
Reuzenkwal niet gevaarlijk
De zeepaddenstoel is onze grootste kwal, maar gevaarlijk is hij niet. De netelcellen van deze soort zijn te zwak om door de menselijke huid te dringen. Hij voedt zich met plankton, die de kwal met de dikke lobben aan de onderkant uit het water filtert.
Door de doorzichtige hoed heen kun je de geslachtsorganen zien zitten, bij mannetjes zijn die blauwwit en bij vrouwtjes bruinwit. Vaak zitten er kwalgarnalen in een zeepaddenstoel. Dat zijn parasieten, die van de eieren van de kwal vreten. 'In de reuzenkwal die we zelf vonden zaten deze niet', aldus Ecomare.