Na een aantal jaar onderzoek doen, sluit een promovendus het promotietraject af tijdens de promotieplechtigheid. Dat is het examen waarbij besloten wordt of de promovendus de doctorstitel haalt. Tijdens de plechtigheid verdedigt de promovendus het proefschrift – een boek waarin verslag wordt gedaan van de onderzoeksresultaten – tegenover een promotiecommissie. Deze bestaat uit onderzoekers uit relevante vakgebieden. Dat kunnen hoogleraren zijn, maar bijvoorbeeld ook universitair docenten. Zij stellen de promovendus kritische vragen en bepalen uiteindelijk of deze de doctorstitel haalt.
Vanaf nu mag iedereen in de promotiecommissie dus een toga dragen. Voorheen was het dragen alleen voorbehouden aan hoogleraren.