De cijfers komen uit de Woonbase, het nieuwe woononderzoek op basis van integrale gegevensbronnen. Dit is ontwikkeld door het CBS in samenwerking van het ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijkrelaties.
Verschillen woonoppervlakte per levensfase
De woonruimte per persoon hangt samen met de levensfase waar mensen in zitten. Uit de Woonbase gegevens over 2021 blijkt dat jonge mensen (15 tot 20 jaar) startten met een woonruimte van gemiddeld 56 m2. Naarmate ze ouder worden, neemt dit iets af. Dit heeft te maken met samenwonen en/of het krijgen van kinderen. Wanneer er meer mensen in een huis wonen, wordt dezelfde woning met meer mensen gedeeld, en dus wordt de woonoppervlakte per persoon kleiner.
Vanaf 35 jaar hebben mensen weer meer woonruimte. Oorzaken zijn dan het uit huis gaan van kinderen, scheidingen en nog later ook verweduwing. Hierdoor komen mensen vaker alleen te wonen en hebben ze dus meer ruimte voor zichzelf. Bij (zelfstandig wonende) alleenstaande of samenwonende 70-plussers wordt naar verhouding de grootste woonoppervlakte gemeten: gemiddeld 79 m2.