dinsdag, 13. april 2021 - 7:42

Vooral meisjes kregen in schooljaar 2019/’20 een lager eindadvies

Kinderen op mobieltje | fbf
Foto: fbf
Den Haag

Basisschoolleerlingen in groep 8 van het schooljaar 2019/’20 kregen te maken met een definitief schooladvies dat lager uitviel dan in voorgaande jaren. Door het vervallen van de eindtoets vanwege de coronacrisis kon het schooladvies niet naar boven bijgesteld worden. Vooral meisjes en leerlingen uit lagere sociaaleconomische klassen kregen te maken met een lager eindadvies. Dit blijkt uit onderzoek van het CBS.

Omdat in het schooljaar 2019/’20 de eindtoets verviel, was het eerste schooladvies ook meteen het definitieve advies. Dat viel gemiddeld lager uit dan in voorgaande jaren. Zo werd er met 44,8 procent vaker een advies gegeven op vmbo-gt-niveau of lager. Dat was een jaar daarvoor nog 41,5 procent. 

Het aandeel leerlingen met een definitief advies voor vmbo-gt/havo of hoger kwam vorig jaar op 55,2 procent, een jaar eerder was dat 58,5 procent.

Meisjes hadden vaker lager advies

De daling van het definitieve advies in 2019/’20 is sterker te zien bij meisjes dan bij jongens. In 2019/’20 lag het aandeel meisjes met een definitief advies voor vmbo-gt/havo of hoger 6,9 procent lager dan een jaar eerder. Onder jongens bedroeg de afname 4,4 procent. 

Meisjes behaalden in het verleden vaker dan jongens een hogere score op de eindtoets en kregen daarna ook vaker dan jongens een bijstelling van het schooladvies. Zo kreeg in het schooljaar 2018/’19 22,5 procent van de jongens die hoger scoorde op de eindtoets een bijstelling van het advies naar boven, van de meisjes 23,7 procent. 

Hoe lager het inkomen, hoe lager het gemiddelde advies

Niet alleen meisjes kregen in schooljaar 2019/’20 te maken met een lager definitief advies door het vervallen van de eindtoets, dit geldt ook voor leerlingen uit de lagere sociaaleconomische groepen. 

Zo kreeg 37,5 procent van de leerlingen in het eerste inkomenskwintiel in 2019/’20 een definitief advies voor vmbo-gt/havo of hoger. Een jaar eerder was dat hoger, 41,8 procent.