vrijdag, 3. juli 2020 - 13:56

TU Eindhoven schiet door in voorkeursbeleid vrouwen

bloed-laboratorium
Foto: Archief EHF / foto ter illustratie
Delft

Om de structurele en hardnekkige achterstand van vrouwelijke wetenschappers op universiteiten te verminderen, kun je als universiteit voorkeursbeleid voeren. De manier waarop de Technische Universiteit Eindhoven (TU/E) haar voorkeursbeleid heeft vormgegeven gaat echter te ver en komt daardoor in strijd met de Nederlands gelijkebehandelingswetgeving. Zo oordeelde het College voor de Rechten van de Mens.

Het College oordeelde op 2 juli jl. over het Irène Curie Fellowship (ICF)-programma van de TU/E. De TU/E heeft dit programma in het leven geroepen om meer vrouwelijke wetenschappers aan te trekken. Het programma houdt –kort gezegd- in dat de universiteit alle wetenschappelijke vacatures voor een bepaalde tijd alleen openstelt voor vrouwelijke kandidaten. Stichting Radar, die ruim vijftig klachten en meldingen over het ICF-programma ontving van personen die menen dat de universiteit hiermee mannen discrimineert, stapte naar het College.

Hardnekkige achterstand van vrouwen aan de Technische universiteit

Het percentage vrouwelijke wetenschappers aan de TU/E is (in 2018) op alle niveaus laag: 14% van de hoogleraren, 13% van de universitair hoofddocenten, en 24% van de universitair docenten is vrouw. De TU/E heeft het kleinste aandeel vrouwelijke wetenschappers van alle Nederlandse en Europese universiteiten. De universiteit toont daarmee aan dat sprake is van een ernstige achterstand van vrouwen in de wetenschappelijke functies.

Maatregelen om de achterstand te verminderen

De TU/E heeft in het verleden verschillende maatregelen genomen om het aandeel vrouwelijke wetenschappers te vergroten. Dit heeft niet het gewenste resultaat gehad. Daarom besloot de TU/E om het ICF- programma te voeren. Het ICF-programma houdt in dat alle nieuwe wetenschappelijke posities op de universiteit alleen voor vrouwen worden opengesteld. Alleen als de TU/E na zes maanden geen gesprek heeft gevoerd met een vrouwelijke kandidaat wordt de vacature ook opengesteld voor mannen. Het programma duurt vijf jaar. De eerste tijd geldt het programma voor alle vacatures. Daarna kan dat op basis van behaalde resultaten naar beneden worden bijgesteld. Het programma kent alleen een uitzondering voor uitmuntende mannelijke kandidaten. Maximaal 10% van alle vacatures mag op deze wijze door mannen worden vervuld.

Waarom is dit voorkeursbeleid niet toegestaan?

Voorkeursbeleid is een uitzondering op het uitgangspunt van gelijke behandeling. Daarom mag het alleen onder strikte wettelijke voorwaarden worden gevoerd. Een belangrijk uitgangspunt van voorkeursbeleid is dat de functie openstaat voor mannen en vrouwen en dat alleen bij gelijke geschiktheid de voorkeur kan uitgaan naar een vrouw. Onder uitzonderlijke omstandigheden is een verdergaande maatregel toch toegestaan als dat noodzakelijk is om volledige gelijkheid tussen mannen en vrouwen te verwezenlijken.

De jurisprudentie van het Hof van Justitie van de EU – waarmee rekening gehouden moet worden bij de interpretatie van de Nederlandse gelijkebehandelingswetgeving – stelt als eis dat het voorkeursbeleid niet mag leiden tot een absolute voorrang voor vrouwen. Bovendien moet het voorkeursbeleid in een evenredige verhouding staan tot het te bereiken doel van meer vrouwelijke wetenschappers. Ook moet duidelijk zijn dat dit doel niet kan worden bereikt met middelen die minder onderscheid maken.

De universiteit geeft vrouwelijke kandidaten vrijwel absolute voorrang. Het voorkeursbeleid geldt universiteitsbreed en is op alle wetenschappelijke functies van toepassing. De TU/E toont de noodzaak van dit vergaande voorkeursbeleid niet aan. Niet binnen alle faculteiten is de achterstandspositie van vrouwen namelijk even groot. Bovendien is het voor sommige typen wetenschappelijke functies in de afgelopen jaren gelukt om meer vrouwelijke wetenschappers aan te trekken. Daarnaast hadden eerdere maatregelen om meer vrouwelijke wetenschappers aan te trekken binnen de TU/E een weinig dwingend karakter. Zo waren er bijvoorbeeld geen financiële consequenties voor faculteiten of onderzoeksgroepen als zij het niet lukte om meer vrouwen aan te trekken.

Daarom oordeelt het College dat de sprong van de TU/E naar het drastische middel van uitsluiting van mannelijke sollicitanten, niet is toegestaan.

Categorie:
Provincie: