maandag, 30. september 2019 - 8:00

Meisjes vaker dan jongens op hoogste niveau mbo

Foto van studenten | Archief EHF
Foto: Archief EHF
Den Haag

Meisjes volgen vaker dan jongens een mbo-opleiding op het hoogste niveau. Van de meisjes die in het studiejaar 2017/’18 jonger waren dan 25 jaar en een mbo-opleiding volgden, deed ongeveer 60 procent een opleiding op het hoogste niveau (mbo-4). Bij jongens lag dat rond de 51 procent. Ongeveer de helft van de meisjes doet een opleiding in de sector zorg en welzijn. Meisjes stromen binnen het mbo vaker dan jongens door naar een hoger niveau. Daarentegen gaan zij minder vaak dan jongens door op het hbo na het behalen van het mbo-4-diploma. Dit blijkt uit de meest recente onderwijscijfers van het CBS.

Jongens volgden op 1 oktober van het studiejaar 2017/’18 vaker dan meisjes een opleiding op het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) van een lager niveau. Zo volgde 20,3 procent van de jongens jonger dan 25 jaar een opleiding op het tweede niveau, bij meisjes was dat 13,7 procent. Omgekeerd doen meisjes vaker een mbo-opleiding op het hoogste niveau (mbo-4). Dit heeft mede te maken met het feit dat jongens vaker dan meisjes in het vo de beroepsgerichte leerwegen van het vmbo volgen, vmbo-b en –k. Vandaaruit wordt vaak doorgestroomd naar het mbo-2-niveau. Meisjes stromen vanuit het vmbo vaker door naar het hoogste niveau van het mbo.

Helft van de meisjes op het mbo in zorg en welzijn

Meisjes kiezen binnen het mbo vaak voor een andere richting dan jongens. De helft van de meisjes tot 25 jaar in het mbo volgde in het studiejaar 2017/’18 een opleiding in de sector zorg en welzijn, bijvoorbeeld een opleiding tot verzorgende. Jongens kozen vooral voor opleidingen in de sector techniek (41 procent) of economie (38 procent).

Na zorg en welzijn was economie ook onder meisjes populair, 30 procent van de meisjes koos voor deze sector. Een opleiding in de sector techniek werd door 12 procent van de meisjes gedaan. De sector landbouw was met 5 procent van de jongens en 6 procent van de meisjes het minst populair.

Vaak stapeling op mbo, vooral door meisjes

Jongeren tot 25 jaar stapelen veel binnen het mbo. Meisjes doen dit wat vaker dan jongens. Ook als ze met een mbo-2 of -3-diploma al een startkwalificatie voor de arbeidsmarkt  hebben behaald, gaan veel mbo’ers door naar een mbo-opleiding van een hoger niveau. Na het behalen van een diploma op het tweede mbo-niveau tijdens het studiejaar 2017/’18, stroomde 64 procent van de meisjes tegenover 52 procent van de jongens door naar een hoger niveau.

Jongens en meisjes die al een mbo-3-diploma hebben stromen even vaak door binnen het mbo (39 procent). Meisjes stromen iets vaker dan jongens door naar een opleiding op mbo-4; jongens kiezen iets vaker voor een (andere) opleiding binnen mbo-3.
 
Van de meisjes met een diploma van de entreeopleiding stroomde 82 procent door naar een hoger mbo-niveau, bij de jongens was dat 74 procent. Een diploma van de entreeopleiding geldt niet als startkwalificatie. Het is dus ook de bedoeling om hierna nog door te gaan met een andere opleiding.

 

 

Categorie:
Provincie:
Tag(s):