donderdag, 1. augustus 2019 - 13:36 Update: 01-08-2019 17:43

Het nieuwe pensioenakkoord: eerlijker en onzeker

Foto van gepensioneerden in bootje | Archief EHF
Foto: Archief EHF
Den Bosch

Na bijna 10 jaar is er dan eindelijk een nieuw pensioenakkoord. Wanneer gaat het in? Wat gaat er precies veranderen? En waarom is het überhaupt nodig? We nemen je hier graag in mee.

Waarom een nieuw akkoord?

De lage rente, de financiële crisis in 2008, de vergrijzing en het feit dat de arbeidsmarkt aan het veranderen is, zorgen ervoor dat het tijd is voor verandering wat betreft het pensioenakkoord.

Per wanneer gaat het akkoord in werking?

Begin juni 2019 is er een principeakkoord gesloten tussen werkgevers, vakbonden en de overheid. De verwachting is dat dit nieuwe pensioenakkoord gaat gelden vanaf 1 januari 2022 en voor de AOW per 1 januari 2020. Opgebouwde pensioenen moeten worden omgezet naar een nieuw pensioencontract. Het is onduidelijk hoelang deze overgangssituatie gaat duren omdat dit per pensioenfonds anders ingevuld kan gaan worden. Wat er precies gaat veranderen en wat je daarvan merkt kan je hieronder lezen.

De mee- en de tegenvallers

Als deelnemer in een pensioenfonds krijg je straks te maken met mee- en tegenvallers. In de huidige situatie hebben pensioenfondsen grote buffers achter de hand, dit is namelijk verplicht. De reden hiervoor is dat ze dan bij tegenvallende beleggingen uitkeringen kunnen garanderen. In het nieuwe pensioenstelsel is de verwachting dat de fondsen minder grote buffers nodig hebben. Zo krijgen ze meer ruimte om de koopkracht van gepensioneerden op peil te houden (indexatie). In het nieuwe plan mogen fondsen hun uitkering aanpassen bij economische goede of juist slechtere tijden. Dat risico moet wel 'uitgesmeerd' worden over 10 jaar. Dat voorkomt dat je veel geluk of pech zou kunnen hebben met het jaar waarop je pensioen ingaat (denk aan een financiële crisis, zoals die in 2008).

AOW-leeftijd

Om te beginnen wordt de AOW leeftijd met 2 jaar ‘bevroren’ en stijgt deze ook minder snel. Tot en met 2024 stijgt de AOW-leeftijd gestaag tot 67 jaar. Personen die later dan in 2024 met pensioen mogen, weten nog niet zeker wanneer zij AOW krijgen. De AOW-leeftijd hangt dan af van de levensverwachting. Deze wet moet nog worden aangenomen door de Tweede en Eerste Kamer.

Geld uit de pensioenpot opnemen

In het nieuwe pensioenakkoord is er straks de mogelijkheid om maximaal 10% voor je pensioeningangsdatum op te nemen. Hierdoor kan je bijvoorbeeld je hypotheek aflossen om zo op je oude dag minder woonlasten te hebben. Uiteraard zal hierdoor je maandelijkse pensioenuitkering wel lager worden. 

Flexwerkers en zelfstandige

Er is een grote kans dat je in je carrière minimaal één of meerdere keren van baan bent gewisseld of bijvoorbeeld voor jezelf bent begonnen. Dan heb je jarenlang premie betaald voor een pensioen waar je later relatief (te) weinig van terugziet. In het pensioenakkoord is daarom afgesproken dat het wettelijk mogelijk moet worden dat zzp'ers zich -onder bepaalde voorwaarden- vrijwillig kunnen aansluiten bij een pensioenregeling. Een voorwaarde kan bijvoorbeeld een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering zijn.

Nog meer vragen over het pensioenakkoord? Bekijk ze hier.

Wat merk je zelf van de veranderingen?

Het is goed om te weten dat de impact van de veranderingen afhangt van je leeftijd. De voordelen voor de jongeren zijn duidelijk maar het is tegelijkertijd ook meer onzekerder in vergelijking met de generaties daarvoor. Als huidige 65-plusser en bijna gepensioneerde verandert er het minst en zij kunnen waarschijnlijk eerder stoppen met werken. Hier staat wel tegenover dat zij al jaren geen indexatie hebben gekregen en soms zelfs gekort zijn. Ben je tussen de 40 en de 55 valt je tussen wal en schip. Deze groep heeft jarenlang relatief veel premie betaald, waar ze door het nieuwe stelsel weinig van terug gaan zien. Er komen wel overgangsregelingen en compensatiemaatregelen die vooral op deze groep gericht zijn.

Jong

Ga je pas over 20 jaar met pensioen dan kan je ervan uitgaan dat tegen die tijd de AOW een sociaal minimum is. Na 2040 staan er tegenover iedere gepensioneerde namelijk nog maar 2 werkenden en dat zijn er op dit moment 4. Levensverwachting en rendement zijn tegen die tijd dan volledig van invloed op het werkgeverspensioen.

Middelbaar

Zoals hierboven al besproken, dit is de groep die tussen wal en schip valt. Er is nog onduidelijk hoeveel de pensioenleeftijd gaat opschuiven omdat we niet weten of de leeftijdsverwachting blijft stijgen. Daarnaast zijn de jaren waarin je aanvullend pensioen kunt opbouwen beperkt. In het pensioenakkoord is daarom afgesproken dat deze groep gecompenseerd wordt: hun pensioenresultaat mag er niet op achteruit gaan. Waarschijnlijk zal het gaan om fiscale maatregelen in combinatie met 'subsidie' vanuit de pensioenfondsen zelf.

Ouderen

Word je 65 jaar na 2020, dan gaat de AOW en aanvullend pensioen in vanaf 66 jaar. De hoogte van het pensioen is onzeker en afhankelijk van rendement en levensverwachting. Ben je voor 1955 geboren, dan word je niet erg geraakt door de nieuwe plannen.

Conclusie

Zoals je kunt lezen is er nog redelijk wat onzekerheid over het pensioenakkoord. Het is dus erg verstandig om een eigen potje op te bouwen door bijvoorbeeld te sparen of te beleggen. Daarnaast kan je de kosten tijdens je pensioen lager houden door bijvoorbeeld je hypotheek af te lossen. Het is ook nog mogelijk om eerder te stoppen met werken als je nu je eigen potje gaat opbouwen. Het is dan wel van goed belang alles wat je daarvoor nodig hebt goed in kaart te brengen.

Categorie:
Provincie:
Tag(s):