vrijdag, 14. december 2018 - 18:50

Maximumstraf voor Aydin C.

Maximumstraf voor Aydin C.
Foto: SXC
undefined

De 40-jarige Aydin C. is in hoger beroep veroordeeld tot de hoogst mogelijke straf, voor zedendelicten en andere strafbare feiten. Het gerechtshof Amsterdam heeft dit vrijdag beslist. Opleggen van meer dan deze maximumstraf van 10 jaar en 243 dagen gevangenisstraf is wettelijk niet mogelijk.

De strafzaak genaamd Disclosure betreft een groot aantal zedenfeiten, met 33 destijds minderjarige meisjes, 1 meerderjarig meisje en 5 meerderjarige mannen als slachtoffers. Het hof acht bijna alle feiten bewezen, evenals computervredebreuk, oplichting, het vervalsen van documenten en het aanwezig hebben van DMT (een harddrug). De rechtbank legde eerder dezelfde maximum straf op. Tevens was dit de eis van het Openbaar Ministerie.

Internationaal karakter van deze strafzaak

De man benaderde de slachtoffers via het internet. Zij zijn afkomstig uit Nederland, Groot-Brittannië, Schotland, Noorwegen, Canada, Australië en de Verenigde Staten. Deze landen hebben de vervolging van de strafbare feiten aan Nederland overgedragen. Canada heeft dit niet gedaan met betrekking tot strafbare feiten betreffend Amanda Todd, waarvan Aydin C. eveneens wordt verdacht. Hij zal hiervoor worden uitgeleverd aan Canada. Het is nog niet bekend wanneer de rechtszaak tegen Aydin C. in Canada begint.

Minderjarige meisjes

Aydin C. had gedurende ruim 3 jaar op het internet contact met de minderjarige slachtoffers. Eerst bijvoorbeeld op Habbo Hotel, Chatroulette of Omegle en daarna op Facebook en op een videochatprogramma zoals Skype of MSN. Hij maakte daarbij gebruik van een zeer groot aantal accountnamen. Daarmee deed hij zichzelf (onder meer) voor als een tienermeisje dat samen naakt seksuele spelletjes voor de webcam wilde spelen. Hij schakelde een virtueel webcamprogramma in met filmpjes van een jonge vrouw. Hierdoor kreeg het slachtoffer de indruk dat zij contact had met die jonge vrouw. Aan de meisjes werd steeds opgedragen de seksuele handelingen bij zichzelf te verrichten die zij op het getoonde filmpje zagen. De man heeft hiervan opnamen gemaakt en het betreffende meisje enige tijd later met die beelden geconfronteerd. Hij dreigde dan de afbeeldingen op het internet te verspreiden aan familie, vrienden en de school, als het meisje niet zou ingaan op zijn eis dat zij een aantal nieuwe webcamseksshows voor hem zou opvoeren. Het hof acht de meeste van de tenlastegelegde feiten op dit onderdeel bewezen en tevens dat de man een gewoonte heeft gemaakt van het bezit, de verspreiding en het openlijk tentoonstellen van kinderpornografische foto’s en films van deze slachtoffers.

Meerderjarige mannen

Het hof acht ook bewezen dat Aydin C. 4 mannen heeft opgelicht en 1 poging daartoe heeft gedaan. Hij begaf zich op internetsites waar mannen onderling chatten, waarbij ze seksuele handelingen bij zichzelf verrichtten en deze via de webcam aan de ander lieten zien. C. heeft contact gehad met deze mannen en deed zichzelf voor als een jongen, waarna de slachtoffers seksuele beelden uitwisselden. In een aantal gevallen werden deze mannen er daarna mee geconfronteerd dat de jongen minderjarig zou zijn en dan deed C. zich voor als de vader van die jongen. C. dreigde met verspreiding van het pornografische materiaal aan bekenden, met name de werkgevers van de slachtoffers. Zij konden dit voorkomen door een bepaald bedrag over te maken naar bankrekeningen van Skrill (voorheen Moneybookers), die met een e-mailaccount werken in plaats van een bankrekeningnummer. 4 mannen hebben (grote) bedragen overgemaakt. C. heeft dit geld in een groot aantal gevallen zelf bij een bank opgehaald of gepind. Eén man heeft hem niet betaald, waarop C. diens compromitterende beeldmateriaal op het internet heeft verspreid, met onder meer het ontslag van die man tot gevolg.

Oplichtingen

C. deed zich in 2011 onder een aantal aliassen voor als verhuurder van 2 woningen in Rotterdam. Aspirant-huurders sloten contracten met hem en betaalden hem geld voor de 1e maand huur en de borg. De woning bleek uiteindelijk niet voor hen beschikbaar. C. ontving van de slachtoffers een kopie van hun paspoorten. Met gebruik van hun identiteit en door het vervalsen van documenten opende hij bij Skrill/ Moneybookers bankrekeningen op hun naam en verrichtte daarop financiële transacties.

Computervredebreuk

C. is eveneens veroordeeld voor computervredebreuk. Hij is van eind november 2013 tot aan zijn aanhouding een beveiligde draadloze wifi-verbinding van een ander binnengedrongen. Op deze wijze kon hij (gratis) gebruik maken van de internetaansluiting van een nietsvermoedende persoon in zijn directe woonomgeving. C. maakte daarmee ook gebruik van het IP-adres van die ander, met als gevolg dat hij bij een onderzoek naar bij zedenfeiten gebruikte IP-adressen niet (onmiddellijk) naar voren zou komen.

Maximum straf

De man heeft zich (onder meer) jarenlang schuldig gemaakt aan zedenmisdrijven via het internet. Door zichzelf voor te doen als een ander heeft hij de minderjarige slachtoffers, van wie sommigen aanvankelijk pas 9 jaar oud waren, ingepalmd en hun vertrouwen gewonnen. Hij maakte misbruik van dit vertrouwen door hen voor de webcam seksuele handelingen bij zichzelf te laten verrichten. Hij ging geraffineerd te werk door nepaccounts aan te maken. Voor de meisjes moet het een enorme schok geweest zijn toen zij ontdekten dat zij zich niet voor een jong meisje hadden blootgegeven maar voor een volwassen man, die bovendien opnamen van hen maakte. C. zette de meisjes op meedogenloze wijze onder druk om meer shows te geven onder dreiging van het verspreiden van de kinderpornografische afbeeldingen in hun directe omgeving en op het internet. De meisjes leden zwaar door het handelen van de verdachte en velen ondervinden hiervan nog steeds ernstige psychische gevolgen. Het hof is van oordeel dat deze zedendelicten alleen al de maximaal op te leggen straf rechtvaardigen; een gevangenisstraf van 10 jaar en 243 dagen. De straf voor alle bewezen feiten samen mag volgens de wet niet hoger zijn dan de hoogste maximumstraf die op die feiten is gesteld, in dit geval 8 jaar, plus één derde (2 jaar en 243 dagen).

Vorderingen benadeelde partijen

26 van de slachtoffers vorderden als benadeelde partij vergoeding van materiële en immateriële schade. De strafrechter moet zich bij de beoordeling van die vorderingen houden aan de regels van het civiele recht. Daarin is bepaald dat materiële schade gespecificeerd moet worden en ondersteund moet zijn met bewijsstukken. Het hof is van oordeel dat daaraan in een aantal gevallen niet is voldaan en heeft de vorderingen op dit punt dan niet-ontvankelijk verklaard. Een benadeelde kan de vordering dan nog wel aan de civiele rechter voorleggen. De wet kent op dit moment niet de mogelijkheid voor de ouders, die schade hebben vergoed voor en namens hun (destijds) minderjarige kind, deze zogeheten verplaatste schade als benadeelde partij in een strafzaak vergoed te krijgen. De wet die dit mogelijk maakt, is nog niet in werking getreden. De ouders zullen die vorderingen tot schadevergoeding aan de civiele rechter moeten voorleggen. Het hof heeft de vorderingen voor immateriële schade voor het grootste deel toegewezen. Deze bedragen variëren, gebaseerd op de ernst van het feit en de impact op het betreffende slachtoffer, van 1500 tot 10.000 euro per slachtoffer.

 

Categorie:
Provincie: