woensdag, 30. mei 2018 - 9:32 Update: 30-05-2018 13:15

Geen meldplicht meer voor Volkert van der G.

Geen meldplicht meer voor Volkert van der G.
Foto: Archief EHF
Den Haag

De voorzieningenrechter in Den Haag heeft vandaag bepaald dat Volkert van der G. zich niet langer hoeft te melden bij de reclassering.

De vordering

Van der G. vorderde in kort geding dat de meldplicht bij de reclassering zou komen te vervallen. Volgens hem handelt de Staat onrechtmatig door de meldplicht als bijzondere voorwaarde aan zijn voorwaardelijke invrijheidsstelling te blijven verbinden. Zowel het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP) als de reclassering hebben namelijk  aangegeven geen heil meer in de meldplicht te zien. Door de meldplicht wordt hij bovendien belemmerd in zijn wens om naar het buitenland te emigreren.

De situatie van Van der G.

Bij de voorwaardelijke vrijlating van Van der G. in 2014 zijn aan hem bijzondere voorwaarden opgelegd. Een van die voorwaarden hield in dat hij zich regelmatig moest melden bij de reclassering.  Medio 2017 zijn het Openbaar Ministerie (OM) en van der G. met elkaar in overleg getreden over de wijze waarop een zinvolle invulling aan de contacten met de reclassering zou kunnen worden gegeven. Het OM heeft besloten om daarover advies te  vragen aan het NIFP, de op dit gebied deskundige instantie en de reclassering.

De rapportages van NIFP en het advies van de reclassering

Het NIFP komt in haar (uitgebreide) rapport tot de conclusie dat er bij Van der G. geen sprake is van een psychische stoornis of persoonlijkheidspathologie en dat behandeling en begeleiding niet nodig is. Er is sprake van een laag recidiverisico. Het handhaven van de meldplicht is volgens het NIFP niet nodig. Ook de reclassering heeft in haar advies aangegeven dat zij in voortzetting van de meldplichtcontacten met Van der G. geen toegevoegde waarde meer ziet.

Het oordeel van de voorzieningenrechter

De voorzieningenrechter is van oordeel dat de Staat, gelet op de adviezen van het NIFP en de reclassering, in redelijkheid niet tot zijn beslissing tot handhaving van de meldplicht heeft kunnen komen. Onmiskenbaar heeft Van der G. een zeer ernstig feit gepleegd. Daarmee is rekening gehouden bij de aan hem opgelegde straf. 
Bij de beoordeling van de vraag of de meldplicht bij de reclassering moet worden gehandhaafd, speelt de ernst van het gepleegde feit geen rol meer. Daarvoor is van belang of deze bijzondere voorwaarde nog zinvol is met het oog op het terugbrengen van het recidiverisico. Dat is volgens het NIFP en de reclasseringniet het geval. Dat betekent dat Van der G. niet langer kan worden verplicht zich periodiek bij de reclassering te melden.

Voorwaarden

Deze uitspraak betekent niet dat er voor Van der G. helemaal geen voorwaarden meer gelden.  Voor hem gelden nog de voorwaarden dat hij gedurende de resterende periode van zijn voorwaardelijke invrijheidsstelling (tot 2020) geen strafbare feiten mag plegen, dat hij geen contact mag hebben met de media en dat hij de familie van Pim Fortuyn en/of Hans Smolders niet mag benaderen.

Juridisch kader

In Nederland komt een gedetineerde die veroordeeld is tot een lange gevangenisstraf in beginsel na het uitzitten van 2/3 deel van zijn straf voorwaardelijk vrij. Voor iedere gedetineerde wordt bekeken of het nodig is om aan zijn voorwaardelijke invrijheidstelling bijzondere voorwaarden te verbinden. Een van de mogelijke voorwaarden is de verplichting zich te melden bij de reclassering. Bijzondere voorwaarden zijn niet bedoeld als straf, maar om het recidiverisico te verminderen. Of het stellen van bijzondere voorwaarden noodzakelijk is wordt bekeken aan de hand van een inschatting van het recidiverisico. Als het recidiverisico als laag wordt ingeschat kan het stellen van bijzondere voorwaarden achterwege blijven. Bijzondere voorwaarden kunnen worden opgeheven als zij overbodig zijn geworden.