Toen de beveiliging van het bouwterrein de beelden zag en de politie informeerde, startte een groot onderzoek. Er werd een helicopter ingezet, een burgernetoproep gedaan, er volgde een groot buurtonderzoek. Omdat niet bekend was wie de man en het meisje waren, werd haar foto getoond op 23 scholen en de foto van de man werd verspreid onder alle zedenafdelingen van de politie landelijk. Zodoende werd de man op 23 april op straat herkend door een politieagent en werd hij aangehouden.
Aanvankelijk ontkende hij dat er iets was gebeurd. Gevraagd naar de bewuste dag en plek zei hij dat hij moest plassen en dat het meisje op afstand stond. Pas toen hij werd geconfronteerd met de beelden, bekende hij dit feit. In het studioverhoor vertelde het meisje, een nichtje van de verdachte, dat het wel vaker was gebeurd. Ze vertelde er heel makkelijk over ‘ik ging altijd met zijn pielemuis spelen, die deed ik dan heen en weer’. Het misbruik zou twee keer hebben plaatsgevonden als het meisje bij oom en tante thuis was, als tante stond te douchen of naar de winkel was. Ook zou oom haar een aantal keren hebben betast. Geconfronteerd met deze verklaring gaf de verdachte aan dat dit dan wel kon kloppen, hij dacht dat ze het vergeten zou zijn.
“Wat zou er gebeurd zijn als er geen camera had gehangen. En als hij niet zou zijn aangehouden, zou het misbruik dan door zijn gegaan”. De officier wierp deze vraag op. De verdachte herhaalde dat het nooit meer zou gebeuren, maar dat kwam door de grote gevolgen voor hem en zijn familie nu het misbruik aan het licht is gekomen. Inzicht in de innerlijke drijfveren van de verdachten heeft niemand. Dat maakte het onbegrijpelijk en risicovol. Door zijn wisselende proceshouding, zijn gebrek aan inzicht en de mogelijk lange behandeling die nodig is, eiste de officier een lange proeftijd van drie jaar en als voorwaarden een meldplicht, reclasseringscontact, een verplichte behandeling, een contact- en een locatieverbod. Als vergelding voor het feit, waarvan de gevolgen voor het kleine meisje nu niet zijn vast te stellen, eiste ze een gevangenisstraf van 20 maanden waarvan vijf maanden voorwaardelijk.