De rechtbank in Arnhem achtte bewezen dat de vrouw eerst door de 52-jarige verdachte was verkracht en daarna gewurgd was. Het lichaam van Mariska Peters werd twee weken later teruggevonden in natuurgebied de Hatertse Vennen bij Nijmegen. P., die de oom is van het slachtoffer, is eerder veroordeeld voor een zedenmisdrijf. De man was niet aanwezig bij de uitspraak van het vonnis.
De telefoongegevens van Johan P. worden gezien als rechtmatig bewijs voor zijn daad. In zijn telefoon stond namelijk een sms-bericht waarin hij zijn nichtje oproept om samen een pakketje drugs te bezorgen. Hieruit concludeert de rechtbank dat de twee in de nacht van de moord een afspraak hadden. Ook het feit dat er DNA van P. op het lichaam van Mariska Peters, haar kleding en in de auto is gevonden, is bewijs voor de rechter.
Volgens de rechter had de verdachte die nacht de tbs-kliniek Pompe ongezien kunnen verlaten, omdat hij al op een open afdeling zat en in de laatste fase was van zijn tbs-behandeling.
'Huichelachtig'
Verder tillen de rechters zwaar aan het huichelachtige gedrag van P. na zijn gruwelijke daad. Zo hielp hij mee om zijn nichtje te zoeken, liep hij mee in de stille tocht voor zijn nichtje en probeerde hij zijn familie te troosten. Als die tijd zonder wat te zeggen. Zijn familie steunde hem bij zijn terugkeer in de maatschappij. Toen het vonnis werd uitgesproken, klonk er dan ook luid applaus op de publieke tribune.