dinsdag, 16. april 2019 - 10:16

'Zorgverzekeraar schuift weinig met ziekenhuisbudgetten '

'Zorgverzekeraar schuift weinig met ziekenhuisbudgetten '
Foto: PX
Nijmegen

Zorgverzekeraars belonen of korten ziekenhuizen zelden op basis van de geleverde prestaties. Hoewel kwaliteit en doelmatigheid al jaren parameters zijn bij het inkopen van zorg, verschuift er in de praktijk maar weinig. Uit een financiële analyse van de jaarverslagen van de Nederlandse ziekenhuizen blijkt dat in de periode 2007-2014 slechts 2 tot 3 procent van het budget werd herverdeeld. Dit blijkt uit onderzoek van Niek Stadhouders van het Radboudumc, waarmee hij op 15 april promoveerde.

Stadhouders’ promotieonderzoek spitst zich toe op kostenbeheersingsbeleid voor de zorgsector: welke maatregelen om de almaar oplopende zorgkosten een halt toe te roepen zijn effectief? Om antwoorden te vinden, spitte hij 2250 beleidsopties uit 710 wetenschappelijke publicaties door. Wat de budgetverschuivingen betreft, kent de Wmo- en Pgb-zorg vrij veel marktdynamiek. In de onderzochte periode ging daar tot wel 10 procent van het geld naar een andere zorgaanbieder.

Dat dit percentage voor ziekenhuizen veel lager ligt, kan op verschillende manieren worden verklaard. De promovendus noemt onder meer hoge marktconcentratie en marktmacht van ziekenhuizen, gebrek aan transparantie van uitkomsten en beperkingen op het gebied van selectief contracteren. Bovendien hebben zorgverzekeraars naast financiële prikkels nog andere mogelijkheden om kwaliteit en doelmatigheid in ziekenhuizen te verbeteren. Bijvoorbeeld door contractafspraken over volumes en kwaliteit te maken of door zorgaanbieders te stimuleren best practices van elkaar over te nemen.

Volgens Stadhouders wijzen de uitkomsten er op dat het Nederlandse systeem van ‘gereguleerde concurrentie’ minder marktdynamiek in de ziekenhuiszorg brengt dan verwacht. Hij pleit er voor om op alle niveaus de transparantie te verhogen. Bijvoorbeeld door beleid dat voor kostenbeheersing moet zorgen,  zorgvuldig te monitoren en te evalueren, de effecten van zorginkoop van verzekeraars beter in kaart te brengen en de kwaliteitsuitkomsten van zorgaanbieders openbaar te maken.

Weglekken

Kostenbesparende maatregelen worden nogal eens teniet gedaan doordat de besparing via een andere route alsnog ‘weglekt’, stelt Stadhouders. “Zodra de overheid een eigen bijdrage voor een ingreep verplicht stelt, blijven sommige patiënten weg”, geeft hij een voorbeeld. “Dit leidt tot een besparing op zorgkosten. Maar, voor een zorgaanbieder betekent het wegblijven van klanten een inkomstendaling. Dit ‘gat in de begroting’ kan worden gevuld door de behandelintensiteit van de patiënten die wél komen iets te verhogen. Waardoor de effectiviteit van de beleidsmaatregel uiteindelijk misschien wel nihil is. Wil je effectief zijn, dan moet gekeken worden hoe je dit ‘weglekken’ kunt voorkomen.” 

Publiek of privaat

Stadhouders’ macro-economische onderzoek is gebaseerd op studies uit een groot aantal landen. Hij vergeleek onder meer de efficiëntie, kwaliteit en doelmatigheid van publieke en private ziekenhuizen. Op basis van 45 Europese studies concludeert Stadhouders dat er weinig eenduidige verschillen tussen publieke en private ziekenhuizen zichtbaar zijn op het gebied van efficiëntie of kwaliteit van zorg. Uit sommige studies blijkt dat publieke ziekenhuizen over het algemeen toegankelijker zijn voor mensen met lage inkomens en/of een hoge zorgzwaarte. Anderzijds scoren private ziekenhuizen in sommige landen juist beter op toegankelijkheid omdat ze kortere wachtlijsten hebben. “Andere factoren zoals hoe de zorg bekostigd wordt, lijken meer invloed te hebben dan eigenaarschap”,  stelt de promovendus.

Bezuiniging uitgedrukt in gezonde levensjaren

Met behulp van verschillende rekenkundige modellen ging Stadhouders ook na wat een gezond levensjaar feitelijk kost. De modellen baseren zich op declaratiedata van Nederlandse ziekenhuizen, patiëntengegevens (kwaliteit van leven, ziekte en (eventuele) sterfte) en veranderingen in het uitgavenpatroon van ziekenhuizen. Hieruit blijkt dat in Nederland elke budgetverlaging op ziekenhuiszorg ter waarde van 73.600 euro één gezond levensjaar kost. Stadhouders plaatst hier zelf de kanttekening bij dat zijn berekeningen waarschijnlijk nog onvoldoende precies zijn. Hij pleit voor meer dataverzameling, die een nauwkeuriger schatting mogelijk maakt. Lukt dat, dan kan het model worden gebruikt om de doelmatigheid van ziekenhuisbestedingen te verbeteren.