dinsdag, 19. december 2017 - 13:43

VGZ hoeft kosten medicatie ziekte van Lyme niet te vergoeden

VGZ hoeft kosten medicatie ziekte van Lyme niet te vergoeden
Foto: Wageningen University
Arnhem

Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft vandaag uitspraak gedaan in een principiële bodemprocedure in een zaak tussen verzekeraar VGZ en zijn verzekerde over de vergoeding van de behandeling van de ziekte van Lyme door een Belgische arts.

Geen medische noodzaak tot vergoeding

Het hof heeft geoordeeld dat de verzekeraar niet gehouden is de langdurige antibioticabehandeling van zijn verzekerde te vergoeden. Ook is de verzekeraar niet gehouden om bepaalde geneesmiddelen te vergoeden, zoals niet-geregistreerde geneesmiddelen (o.a. vitamine B en melatonine) en voedingssupplementen (o.a. 4ME, Omega 3, Lactoferrin Complex) en de laboratoriumonderzoeken (zoals een bloedtestkit, lactose ademtest, voedselallergietest, urinetoxinetest), omdat hiervoor geen medische noodzaak is gebleken.

Hof heeft uitvoerig stilgestaan bij literatuur over en onderzoek naar ziekte van Lyme

Bij verzekerde luidde de diagnose in 2013 “late stage Lyme disease” na een tekenbeet zeven jaar daarvoor. Verzekerde heeft gedurende 16-17 maanden met onderbrekingen verschillende antibioticabehandelingen ondergaan, waaronder eerst drie maanden intraveneus. Het hof heeft uitvoerig stilgestaan bij de tot op heden verschenen literatuur, richtlijnen, rapporten en (wetenschappelijke) onderzoeken betreffende de behandeling van de ziekte van Lyme, zowel in Nederland als in het buitenland. Duidelijk is geworden dat de discussie over een langdurige antibioticabehandeling (langer dan drie maanden) van patiënten met langdurige en ernstige klachten die worden toegeschreven aan de ziekte van Lyme, verdeeld is over twee “kampen” die ook wel de “believers” en “non-believers” worden genoemd. Ook is duidelijk geworden dat er nog veel onderzoek gedaan wordt en zal worden naar de diagnosestelling bij patiënten die al langer kampen met Lymegerelateerde klachten en naar de behandeling daarvan, ook in eigen land zoals door het Nederlands Lymeziekte-Expertisecentrum.

​Wetenschappelijk onderzoek: geen bewijs nut/effect langdurig gebruik antibiotica

In deze zaak is een ruime hoeveelheid ook recente onderzoeken en rapporten overgelegd, waarin met kracht van wetenschappelijk onderzoek geconcludeerd wordt dat er geen bewijs is voor het nut en/of effect van langdurige antibioticabehandeling bij patiënten met de ziekte van Lyme, in het bijzonder bij de patiënten die al jarenlang kampen met een veelheid aan klachten die worden toegeschreven aan de ziekte van Lyme. Op basis van die rapporten oordeelt het hof dat langdurige antibioticabehandeling niet in overeenstemming is met de stand van de wetenschap en in de grotere groep van beroepsgenoten (vele artsen- en specialistenorganisaties zijn bij de rapporten/richtlijnen betrokken geweest) niet gebruikelijk is. In feite staat de Amerikaanse richtlijn van de ILADS (met de Duitse richtlijn van de Deutsche Borreliose-Gesellschaft ) voor langduriger antibioticabehandeling tegenover de andere door het hof weergegeven richtlijnen en rapporten waarin wetenschappelijk onderbouwd wordt gewezen op het niet bewezen effect van langer (dan drie maanden) behandelen met antibiotica. Zelfs met inachtneming van de beoordelingsvrijheid van de behandelend arts, kan het hof deze langdurige antibioticabehandeling voor de klachten van verzekerde niet kwalificeren als verantwoorde en adequate zorg als bedoeld in artikel 2.1 lid 2 van het Besluit zorgverzekering. Dat betekent dat VGZ niet gehouden is (geweest) die kosten onder de polis te vergoeden