Dat blijkt uit de resultaten van de Target Temperature Management trial, die vandaag zijn gepubliceerd in het New England Journal of Medicine. Voor het internationale onderzoek werden in Europa en Australië 950 patiënten gevolgd. Onderzocht werd wat de optimale strategie is voor temperatuurmanagement: koelen tot 33°C of tot 36°C.
Neuroloog-intensivist dr. Janneke Horn van het Academisch Medisch Centrum coördineerde het onderzoek in Nederland, waar het onderzoek werd uitgevoerd door het AMC, samen met OLVG, Medisch Centrum Leeuwarden en Rijnstate ziekenhuis. ‘Uit onze studie blijkt dat er geen enkel verschil is in uitkomst tussen behandeling met 33°C of 36°C ’, vertelt Janneke Horn. In 2002 wezen twee studies op een positief effect van koelen tot 33°C bij patiënten die na een hartstilstand op de Intensive Care werden opgenomen. Deze behandeling werd vervolgens opgenomen in internationale richtlijnen voor de behandeling van patiënten die na een hartstilstand worden gereanimeerd en op de IC worden opgenomen.
Uit de nieuwe studie blijkt nu dat patiënten niet meer kunstmatig gekoeld hoeven te worden tot 33°C. Bij die behandeling moet de patiënt diep in slaap gebracht worden met slaapmiddelen. Deze behandeling heeft bijwerkingen en leidt bovendien tot een langere ligduur. Dat is bij het koelen tot 36°C – bijna de normale lichaamstemperatuur - niet het geval. Horn benadrukt dat de studie niet wil zeggen dat er helemaal geen temperatuurbeleid gevoerd hoeft te worden. Koelen blijft nodig. Nu het koelen tot 33°C niet bewezen effectiever is, moeten de internationale richtlijnen over het koelen van patiënten na reanimatie waarschijnlijk worden aangepast. Dat gebeurt door het International Liaison Committee on Rescuscitation ILCOR.
Hoe snel dat gaat gebeuren, weet Horn niet. ‘We gaan het zelf binnen onze IC bespreken en waarschijnlijk zullen we ons protocol aanpassen. Zo lang het nog geen nieuwe internationale richtlijn is, moet iedere instelling op basis van deze studie voor zichzelf gaan bepalen wat men gaat doen.’