dinsdag, 5. augustus 2014 - 21:34 Update: 06-08-2014 15:24

Scan van hersenen kan effect elektroshock-therapie voorspellen

Foto van hoofd schedel model | Archief EHF
Foto: Archief EHF
Arnhem

Met een scan van het hoofd kunnen artsen beter voorspellen of elektroconvulsietherapie (ECT), ook wel bekend als shock-therapie, effectief zal zijn bij een depressieve patiënt.

Dit blijkt dinsdag uit een studie die Jeroen van Waarde, psychiater bij het Rijnstate ziekenhuis, heeft opgezet met onderzoekers van het Academisch Medisch Centrum (AMC) in Amsterdam en de Universiteit van Amsterdam (UvA). De resultaten zijn dinsdag gepubliceerd in Molecular Psychiatry.

Met een speciale functionele MRI-scan van het hoofd brengen de onderzoekers twee hersennetwerken in beeld. Daarin is met een zekerheid van meer dan tachtig procent te voorspellen of een depressieve stoornis verdwijnt bij een ECT-behandeling. Deze vindt plaats onder algehele narcose en er kunnen tijdelijke geheugenklachten ontstaan. Als de behandeling waarschijnlijk niets gaat opleveren, kan de patiënt de narcose en de mogelijke bijwerkingen worden bespaard.

ECT is behandeling bij ernstige depressies
Een depressieve stoornis is een aandoening waarbij mensen gedurende meer dan twee weken ernstig somber zijn en nergens zin meer in hebben. Dit gaat gepaard met symptomen zoals slaapproblemen, verlies van eetlust en gewicht, concentratie- en geheugenproblemen, en in ernstige gevallen zelfmoordgedachten en verlies van de realiteit. ECT wordt gebruikt bij ernstige depressies of als andere behandelingen niet helpen. Bij ECT wordt met een kortdurende elektrische stroom een epileptisch insult opgewekt, wat een snel en goed effect kan hebben op de depressie. Niet alle patiënten hebben echter baat bij deze behandeling.

Verbinding tussen hersengebieden belangrijkste voorspeller
In hun artikel in Molecular Psychiatry, een toonaangevend internationaal wetenschappelijk tijdschrift, beschrijven de onderzoekers 45 patiënten met een ernstige depressieve aandoening, die in Rijnstate behandeld werden met ECT. Voorafgaand aan de ECT werd een MRI-scan van hun hoofd gemaakt. Uit onderzoek van deze functionele MRI-scans blijkt dat de mate van verbinding tussen gebieden in de voorkant van de hersenen kan voorspellen of een ECT-behandeling succesvol zal uitpakken voor de patiënt. 

Vervolgonderzoek is nodig
Het nieuwe van dit onderzoek is dat het voor het eerst mogelijk is om voor de individuele patiënt te bepalen of de behandeling effectief uitpakt. Uit andere onderzoeken is alleen de kans op herstel door behandeling bekend voor grote groepen patiënten. Jeroen van Waarde: “Het ziet er veelbelovend uit, maar er is meer onderzoek nodig. Dit onderzoek is uitgevoerd bij ‘slechts’ 45 patiënten, allemaal behandeld in Rijnstate. Verder onderzoek bij meer patiënten en bij meerdere instellingen is belangrijk om harde conclusies te kunnen trekken. Binnen Rijnstate gaan we ook verder met dit onderzoek.” 
 

Categorie:
Provincie: